Horeca-cao | wanneer is een medewerker een vakkracht of geen vakkracht!

Voor de beloning is het volgens de horeca-cao van belang of het gaat om een vakkracht of een niet-vakkracht. Wanneer is er sprake van welke kracht? Dit is immers van belang bij het bepalen van diens loon. Wat zegt de cao daarover?

 

Horeca-cao algemeen verbindend

Vanaf 30 juni 2022 is de horeca-cao algemeen verbindend verklaard. Dit houdt in dat ook als u als horecaondernemer niet aangesloten bent bij de KHN, maar wel onder de onder de werkingssfeerbepaling (artikel 1.4) van de horeca-cao valt, u de horeca-cao moeten toepassen. De horeca-cao 2022-2023 geldt tot en met 31 december 2023.

Waarom verschil in krachten?

In de horeca-cao wordt er verschil gemaakt tussen vakkrachten en niet-vakkrachten. Dit verschil is van invloed op de hoogte van het (minimale) loon dat u uw medewerker moet betalen. Het is dan ook zaak dat u weet of u met een vakkracht of niet vakkracht te maken heeft. Wat is het verschil?

Vakkracht. Een vakkracht is een horecamedewerker die vakbekwaam is. Hij heeft dan aantoonbaar voldoende ervaring opgedaan in dezelfde functie. Zo is er sprake van een vakkracht:

  • als een medewerker bij u als werkgever 1.976 ervaringsuren in dezelfde functie heeft opgebouwd. Ervaringsuren kunnen pas opgebouwd worden vanaf het moment de medewerker 18 jaar oud is; of
  • als een medewerker beschikt over een erkend vakdiploma voor de functie die hij uitvoert.

Beloning

Loon vakkracht. Een vakkracht heeft recht op het basisloon van de (jeugd)loonschaal horend bij de functiegroep waarin hij is ingedeeld. Is een vakkracht nog geen 21 jaar, dan heeft deze vakkracht recht op het bij de leeftijd horende percentage van dit basisloon. Het loon van een vakkracht vindt u in loontabellen van de horeca-cao.

Geen vakkracht. Op het moment dat uw medewerker nog niet de vereiste ervaring heeft opgedaan of niet in het bezit is van een erkend vakdiploma om als vakkracht beschouwd te worden, is hij dus geen vakkracht.

Arbeidsovereenkomst en ervaringsuren. Geef dan in de arbeidsovereenkomst aan hoeveel ervaringsuren tot maximaal 1.976 ervaringsuren nog opgebouwd moeten worden voordat de medewerker wel een vakkracht is. Let op.  Houd de uren bij die de medewerker vervolgens aan ervaring opbouwt in uw personeelsdossier.

Loon niet-vakkracht. De niet-vakkracht heeft geen recht op een loon op basis van de functieschaal van de loontabel, maar op minimaal het wettelijk minimum(jeugd)loon. Let op. Deze medewerker heeft ook geen recht op de feestdagentoeslag.

Vanaf 1 september 2022 hoger loon?

Vanaf 1 september 2022 gelden voor niet-vakkrachten en BBL-leerlingen die jonger zijn dan 21 jaar, op het wettelijk minimumloon de hogere cao-jeugdloonpercentages in plaats van de percentages van het wettelijke minimumloon. Hierdoor gaan de lonen van niet-vakkrachten en BBL-leerlingen tot 21 jaar flink omhoog.

Leerlingen? Leerlingen zijn per definitie niet-vakkrachten. Deze zijn immers nog niet in het bezit van een erkend vakdiploma en hebben ook nog niet voldoende ervaringsuren opgebouwd.

Invalkrachten en seizoenskrachten? Invalkrachten of seizoenskrachten daarentegen kunnen wel vakkrachten zijn. Deze kunnen immers in het bezit zijn van een erkend vakdiploma of voldoende ervaringsuren hebben opgebouwd.

Bron: Horeca cao