Blog berichten

Comfort is koning: zorg voor de juiste setting op het terras!

Gasten kiezen een terras waar ze zich prettig voelen. Denk aan: ✅ Schaduw & verkoeling: Parasols, zonnedoeken en vernevelingssystemen zorgen voor aangename verkoeling op warme dagen.✅ Lounge-opties: Mix traditionele tafels met loungebanken en hoge tafels voor variatie in zitmogelijkheden.✅ Duurzame en stijlvolle materialen: Rotan, hout en gerecyclede materialen zijn niet alleen trendy, maar ook milieuvriendelijk. 2. Beleving met een extraatje: verrassend en interactief Maak van jouw terras meer dan alleen een plek om te eten en drinken:Live-entertainment: Denk aan akoestische muziekavonden, dj-sets of een open mic night.Instagrammable spots: Een unieke setting of een opvallende fotowand maakt je terras deelbaar op sociale media.Thema-avonden: Van een mediterrane avond tot een beachparty, wissel je concepten af om terugkerende bezoekers te trekken. 3. Zomerdranken en bites: het menu als trekpleister Een zomers terras vraagt om verfrissende drankjes en lichte bites:Signature zomercocktails: Een unieke cocktail of mocktail op de kaart geeft jouw terras een exclusieve twist.Seizoensgebonden gerechten: Werk met lokale producten en frisse, lichte maaltijden die passen bij warme dagen.IJs & verrassingen: Zelfgemaakte ijsjes, frozen cocktails of een mini-dessertproeverij zorgen voor een zomerse beleving. 4. Technologie als terrasversneller Maak het je gasten (en personeel) makkelijk met slimme technologie:Digitale menukaarten & QR-bestellen: Laat gasten direct vanaf hun telefoon bestellen en betalen.Reserveringsopties voor het terras: Voorkom lange wachttijden met een slim reserveringssysteem.Loyaliteitsprogramma’s: Geef terugkerende gasten kortingen of exclusieve zomeracties via een digitale stempelkaart. 5. Groen en duurzaam: aantrekkelijk én verantwoord Duurzaamheid is een steeds belangrijker thema, ook voor terrasbezoekers:Groene oase: Meer planten en bloemen zorgen niet alleen voor sfeer, maar ook voor een frisser terras.♻ Hergebruik en recyclebare verpakkingen: Vermijd wegwerpplastic en werk met duurzame alternatieven.Zonnepanelen & ledverlichting: Bespaar energie en draag bij aan een milieubewuste uitstraling. Maak jouw terras dé zomerhit van 2025! Met een combinatie van comfort, beleving, innovatie en duurzaamheid creëer je een terras waar gasten niet alleen komen, maar ook graag terugkeren. Zet de puntjes op de i en maak van jouw terras dé hotspot van het seizoen! #gezelligterrasjepikken #horecaterras #terrasuitgaan #terrasbediening #loungeterras

Lees verder

Goed voorbereid is het halve werk en levert geld op!

1. Efficiëntie en snelheid Leer medewerkers hoe ze bestellingen snel en nauwkeurig kunnen opnemen. Train hen in multitasking, zoals het combineren van looproutes om efficiënt te werken. Laat hen oefenen met het gebruik van een handheld-bestelsysteem of notitieblok. 2. Gastvrijheid en klantvriendelijkheid Zorg ervoor dat medewerkers vriendelijk en attent zijn, met een glimlach en oogcontact. Leer hen hoe ze proactief kunnen inspelen op de behoeften van gasten, zoals het aanbieden van een parasol bij fel zonlicht. Moedig hen aan om gasten welkom te heten en afscheid te nemen met een vriendelijke opmerking. 3. Kennis van het menu Zorg ervoor dat het personeel de menukaart goed kent, inclusief ingrediënten en allergenen. Laat hen populaire gerechten en dranken proeven, zodat ze gasten beter kunnen adviseren. Train hen in het upsellen van drankjes en gerechten, zoals bijpassende wijnsuggesties. 4. Effectieve communicatie Leer medewerkers duidelijk en beleefd te communiceren met gasten en collega’s. Gebruik handgebaren of afgesproken signalen om drukke momenten efficiënter te laten verlopen. Train hen in het omgaan met klachten en moeilijke klanten op een professionele manier. 5. Goed omgaan met drukte Simuleer drukke momenten met rollenspellen om medewerkers voor te bereiden op piekuren. Leer hen hoe ze prioriteiten kunnen stellen en kalm blijven onder stress. Wijs vaste looproutes aan om botsingen en verwarring op het terras te voorkomen. 6. Veiligheid en hygiëne Train personeel in het correct dragen en serveren van volle dienbladen. Zorg ervoor dat ze weten hoe ze tafels snel en hygiënisch kunnen schoonmaken. Leer hen hoe ze ongelukken, zoals omgevallen glazen of uitglijden, snel en veilig kunnen oplossen. Een goed getraind team zorgt voor een soepel lopend terras en tevreden gasten. Door regelmatig te trainen en feedback te geven, blijft de service op hoog niveau! 🚀  

Lees verder

Aanvraag (extra) financiering bij de bank

Investering! Als u een investering gaat doen heeft u daar misschien een financiering voor nodig. Maar hoe bepaalt u nou de hoogte van de financiering (aanvraag)? Bij  de aankoop van een bedrijf is hier een financieringstabel voor nodig, maar het kan ook zo zijn dat u al een horecabedrijf heeft en plotseling uw espressomachine kapot gaat u en u een nieuwe nodig heeft. Stel dat u gaat investeren in een nieuwe espresso­machine. U kunt dat dan met een middellange lening financieren. Maar bent u er dan of heeft u misschien meer geld nodig? Als de nieuwe ­espressomachine een capaciteitsuitbreiding be­­treft, heeft u meer werk­kapitaal nodig om de machine te laten draaien. Denk bijvoorbeeld aan meer voorraden, meer servies en hogere kosten voor water, stroom en onderhoud. U heeft dan geld nodig. Wat nu? Hoe weet ik hoeveel ik moet aanvragen? Hoeveel geld heeft u nodig? De beste methode om dat te bepalen is het opstellen van een liquiditeitsprognose. Daarin is dan de investering in de nieu­we machine opgenomen, en ook de stijging van de bedrijfskosten, de voorraden en energiekosten. U kunt dan uit de liquiditeitsprognose aflezen of uw huidige rekening-courant(rc)krediet voldoende is. Als dat niet zo is, kunt u het beste meteen met de financiering voor de machine ook een verhoging van de kredietfaciliteit aanvragen. Als u namelijk twee maanden later weer bij de bank aanklopt, zal de bank dat zien als een nieuwe aanvraag en moet u het hele aanvraagproces opnieuw doorlopen. Wanneer extra ruimte in rc-krediet? Wanneer komt extra kredietruimte u van pas? Seizoenspatroon. Denk bijvoorbeeld aan de exploitatie van een strandpaviljoen of terras. De inkomsten komen vooral in de zomermaanden binnen terwijl bepaalde kosten (uw opslagruimte) het hele jaar door moeten worden betaald. Het kan dan handig zijn om het rc-krediet daar op af te stemmen, waardoor het gebrek aan inkomsten in de wintermaanden kan worden opgevangen. Snelle groei. Als uw horecaonderneming snel groeit, neemt de liquiditeitsbehoefte ook vaak snel toe. U moet immers meer voorraden inkopen om de ­grotere omzet aan te kunnen. Het saldo van uw debiteuren zal ook toenemen als gevolg van de hogere omzet. Tip. Het is dan handiger om een ruimere kredietlimiet aan te vragen zodat u niet steeds een nieuwe aanvraag hoeft in te dienen. Uitbreidingsinvesteringen. Bedenk dat een uitbreidingsinvestering (bijvoorbeeld een winterterras) ook gevolgen heeft voor de liquiditeitsruimte (extra salaris, meer inkopen en meubilair). Dat moet u eveneens in uw financierings­aanvraag meenemen. Welke oplossingen zijn er voor u? Standaard rc-krediet. Met een rc-krediet kunt u schommelingen in uitgaven en inkomsten op­­vangen. Daarmee heeft u dus flexibiliteit in het beheer van uw geldstromen. U betaalt alleen rente over het bedrag dat u werkelijk debet staat. Een koppeling tussen de kredietlimiet en het niveau van uw handelsvorderingen of voorraden is ook mogelijk. Op die manier is de kredietlimiet variabel en altijd op uw behoefte afgestemd. Omzetkrediet. Bij omzetkrediet is de hoogte van het krediet gerelateerd aan de bedragen die op uw rekening binnenkomen. De limiet kan oplopen tot 10% van de omzet over de rekening, met een bepaald maximum. Tip. Deze vorm van krediet is voordeliger dan ‘rood’ staan en makkelijker te regelen dan een ‘officieel’ krediet. Seizoenkrediet. Ook seizoenkrediet is een vorm van rekening-courantkrediet. De hoogte van de limiet en de betaling van rente en aflossing worden dan afgestemd op het seizoenspatroon van uw horecaonderneming. Per e-mail gratis op te vragen de financieringstabel!  

Lees verder

Blokhuis | Rookbeleid terrassen!

Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) wil roken op het terras verbieden. Dat is nodig en onvermijdelijk, vindt hij. Roken in de horeca is al verboden en ook aan de rookruimtes die rokers nog een toevluchtsoord bieden komt binnen twee jaar een einde. Maar ”het zou ook heel wijs zijn” terrassen rookvrij te maken, zegt Blokhuis op NPO Radio 1. ”Ik denk dat we niet ontkomen aan strengere regels”, aldus de staatssecretaris. ”We hebben nog best wel een inhaalslag te maken.” Blokhuis wijst erop dat in de Verenigde Staten al jaren niet meer mag worden gerookt rond gebouwen. Blokhuis werkt aan afspraken met maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en de gezondheidszorg over het terugdringen van het roken. In dat ‘nationale preventieakkoord’ wil hij dus ook een rookverbod voor terrassen opnemen. Daarin moet volgens Blokhuis in ieder geval staan dat tabak duurder wordt. Ook moet het aantal verkooppunten omlaag. De staatssecretaris is daarom ingenomen met het ”fantastische” besluit van supermarkt Lidl om op termijn geen rookwaren meer te verkopen. Blokhuis werkt aan afspraken met maatschapelijke organisaties, kennisinstellingen en de gezondheidszorg over het terugdringen van het roken. In het “nationale preventieakkoord” wil hij dus ook een rookverbod op terrassen opnemen. Behandeling Blokhuis zou graag zien dat mensen gemakkelijker een behandeling kunnen volgen of aan hulpmiddelen kunnen komen om te stoppen met roken. Hij is daarom in gesprek met de verzekeraars of die bijvoorbeeld nicotinepleisters buiten het eigen risico kunnen houden. Het is Blokhuis ook een doorn in het oog dat verzekeraars een tweede stoppoging helemaal niet vergoeden. Verzekeraars zouden daarvoor wel openstaan, ”maar het pleit is nog niet beslecht”. Er komt een debat met Blokhuis in de Tweede Kamer. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) noemt het voornemen van Blokhuis ”betutteling ten top”. De belangenorganisatie stelt ”dat het kabinet roken op het terras gaat verbieden. Bron: KHN en NPO1

Lees verder

Nieuwe regels arbeidscontracten en ontslag per 1 januari 2020!

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid start vandaag een voorlichtingstraject om werkgevers en werknemers te informeren over de veranderende regels op het gebied van arbeidscontracten en ontslag. Op 1 januari 2020 gaat de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) in. Daardoor kunnen de rechten en plichten van iedere werkgever en werknemer in Nederland veranderen. Met radiospotjes, posters op hogescholen en universiteiten en social mediaberichten hoopt het ministerie werkend Nederland ertoe te bewegen zich al vóór 1 januari te informeren over de nieuwe regels. Bron: www.rijksoverheid.nl/wab. Voor werkgevers is er een zogenaamde ‘Wab-checklist’. Die bevat actiepunten waarvan het verstandig is om die vóór 1 januari al langs te lopen. Zo is het slim om nu al na te gaan voor welke werknemers binnen het bedrijf straks een lage WW-premie moet worden afgedragen, en voor welke een hoge. Dat heeft impact op de loonaangifte. Werkgevers moeten er ook rekening mee houden dat de transitievergoeding, de vergoeding bij ontslag of het niet verlengen van een tijdelijk contract, vanaf 1 januari wordt berekend vanaf de eerste werkdag. Mensen die werken op oproep- of payrollbasis krijgen ook te maken met veranderingen. Werknemers met een oproepcontract moeten vanaf 1 januari minstens vier dagen van te voren worden opgeroepen voor werk. Als de werkgever een oproep binnen vier dagen voor de oproep afzegt, heeft de oproepwerknemer recht op loon over de uren waarop hij of zij was opgeroepen. Na 12 maanden moet de werkgever een nieuw contract aanbieden met een vast aantal uren. Werknemers met een payrollcontract moeten vanaf 1 januari 2020 minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden en dezelfde rechtspositie krijgen als de werknemers die in dienst zijn van het bedrijf. De nieuwe arbeidsmarktwet bevat daarnaast nieuwe regels voor mensen in tijdelijke contracten en voor werkgevers die werken met tijdelijke contracten. Werkgever en werknemer kunnen vanaf 2020 namelijk drie tijdelijke contracten in maximaal drie jaar aangaan. Tot en met 31 december gaat dat nog om drie tijdelijke contracten in maximaal twee jaar. Het contract dat daarop volgt is automatisch een vast contract. Ook na 2020 kunnen cao-partijen afspraken maken om af te wijken van deze regeling. Verder gaan de regels rondom ontslag veranderen. Ontslag wordt straks ook mogelijk wanneer verschillende redenen voor ontslag samen een voldoende en redelijke grond voor ontslag opleveren. Dat heet de ‘cumulatiegrond’. De campagne is vanaf vandaag te horen op radio en vanaf volgende week te zien op social media. Ook komen er posters te hangen bij hogescholen en universiteiten. Voor meer informatie, zoals factsheets met (reken)voorbeelden en kennisdocumenten. kijk op: www.rijksoverheid.nl/wab. WAB-checklist voor werkgevers: wat u voor 1 januari moet doen Vanaf 1 januari 2020 veranderen de regels in het arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht. Bereid u als werkgever voor. Lees de checklist en kijk waar u nog voor 1 januari actie op moet ondernemen. Vast contract: lage WW-premie, flexibel contract: hoge WW-premie Als werkgever betaalt u vanaf 1 januari 2020 een lage WW-premie voor werknemers in vaste dienst. Voor werknemers met een flexibel contract betaalt u een hoge WW-premie. U moet in de loonaangifte de juiste WW-premie afdragen. Oproepkrachten: aanbod voor vaste uren na 12 maanden Vanaf 1 januari moet u oproepkrachten die u langer dan 12 maanden in dienst heeft, een aanbod doen voor een vast aantal uren. Payrollwerkgevers: arbeidsvoorwaarden worden gelijk Als payrollwerkgever moet u zorgen dat uw payrollwerknemers vanaf 1 januari dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen als medewerkers die werken bij het bedrijf waar uw payrollwerknemer werkt. Payrollwerknemer: dezelfde rechtspositie en arbeidsvoorwaarden Vanaf 1 januari krijgen payrollmedewerkers minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als medewerkers die werken bij het bedrijf waar zij gedetacheerd zijn. Huurt u medewerkers in via een uitzend- of payrollbedrijf? Dan moet u dat bedrijf informeren over welke arbeidsvoorwaarden u heeft voor uw eigen medewerkers. Transitievergoeding vanaf de 1e werkdag Vanaf 1 januari moet u bij een ontslag of het niet verlengen van een tijdelijk contract een transitievergoeding betalen. Het maakt dan niet meer uit hoe lang de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. Bron: Rijksoverheid.

Lees verder

Starten in de Horeca met de juiste administratie

Horecabedrijf beginnen of net begonnen! Je wilt een horecaonderneming beginnen of bent net een bedrijf begonnen? Gefeliciteerd en welkom in de leukste branche van Nederland! Echter, ook voor startende ondernemers geldt dat het belangrijk is om de administratie goed bij te houden. Dat geeft niet alleen inzicht in je bedrijf, maar maakt ook het regelen van belastingzaken als de btw-aangifte en de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting sneller en eenvoudiger. De Belastingdienst is een campagne gestart waarbij ze ondernemers wijzen op de aandachtspunten voor een goede administratie. KHN vroeg Jan Vedder, landelijk projectleider horeca bij de Belastingdienst om een toelichting.Steeds meer mensen starten een eigen horecabedrijf. De eerste zes maanden van 2019 besloten 5.109 ondernemers een bedrijf te starten in de horeca*. Een toename van 22% vergeleken met het eerste halfjaar van 2018. De reden? Daar kan Vedder eigenlijk alleen maar naar gissen. “Ik denk dat Nederland een positief ondernemersklimaat heeft. Het is niet heel ingewikkeld om een eigen onderneming te starten. We merken wel dat mensen het soms lastiger vinden om de administratie goed bij te houden”, constateert hij. Gebrekkige administratief werk Als het fout gaat, ligt dat volgens Vedder vaak aan de gebrekkige manier waarop sommige horecaondernemers hun administratie vastleggen: detailgegevens ontbreken wel eens. “Daarom wijzen wij bijvoorbeeld heel erg op goed kassagebruik”, legt hij uit. “Fouten in kassagebruik en de administratie zijn vlug gemaakt, met soms vervelende gevolgen.” Daarom geeft de Belastingdienst als tip: Gebruik een betrouwbaar kassasysteem waaraan je eenvoudig nieuwe gerechten of drankjes kunt toevoegen. Kies bij voorkeur voor een kassasysteem met het Keurmerk Betrouwbaar Afrekensysteem. Leden van KHN krijgen voordelen bij Lightspeed Restaurant, een cloud-based kassasysteem dat je voorraad, menu, personeel en tafels beheert. Dit is een voorbeeld van een kassasysteem met het Keurmerk Betrouwbaar Afrekensysteem. “Dit soort systemen kunnen heel veel detailgegevens bewaren, die het werk uiteindelijk simpel, toegankelijker en misschien zelfs goedkoper maken. Als jij heel goed overzicht hebt over hoeveel je van welke frisdrank verkoopt, zal dat ervoor zorgen dat je uiteindelijk kosten bespaart”, schetst Vedder als voordelen. “Bovendien biedt zo’n kassa zekerheid op alle gebieden die van belang zijn voor een goede bedrijfsvoering en administratie, zoals de bewaarplicht van 7 jaar voor de administratie, en daarmee de nettowinst van een organisatie. En in het toezicht van de Belastingdienst kan het tijdswinst opleveren.” Start dus vanaf het allereerste moment met het bewaren van je gegevens en het toegankelijk maken van je administratie want daarmee doe je vooral jezelf een groot plezier”, drukt Vedder de beginnende ondernemer op het hart. Bron: BDO en Belastingdienst. Meer tips Nog drie tips die de Belastingdienst geeft: Gebruik het juiste btw-tarief voor de dranken die je verkoopt. Voor dranken gelden verschillende btw-tarieven. Verkoop je mixdranken met verschillende btw-tarieven? Dan mag je de dranken afrekenen alsof je ze afzonderlijk verstrekt als je voldoet aan twee voorwaarden: 1) de dranken zijn ook ongemixt verkrijgbaar en 2) de verkoopprijs van de mixdrank is gelijk aan de opstelsom van de prijzen van de ongemixte dranken. Kies een online boekhoudsysteem dat past bij jouw onderneming en goed communiceert met het kassasysteem. Heb je een bedrijfsauto, -busje of een foodtruck? Zorg voor een goede administratie van je zakelijke autokosten. Houd bijvoorbeeld een rittenregistratie bij waarin je je zakelijke en privékilometers gescheiden houdt. In hoofdstuk 8 van het Handboek Ondernemen lees je waar je nog meer rekening mee moet houden als je een auto gebruikt voor je onderneming. Tot slot geeft Vedder nog als raad om als het kan een adviseur in te schakelen. In het geval van KHN, kun je gebruikmaken van KHN Rekenwerk die de administratie voor jouw onderneming kunnen verzorgen. “We spreken geregeld horecaondernemers die de administratie veel werk vinden. Logisch: horecaondernemers zijn vaak geen horecaondernemers geworden om vervolgens administratief werk te doen. Het is – als je daar zelf niet goed in bent – dan ook bijna noodzakelijk om een adviseur te nemen. Zoek ondersteuning! Je blijft als ondernemer namelijk altijd zelf. verantwoordelijk voor je aangifte en je administratie, dus als je daar niet goed in bent is het echt aan te raden iemand te zoeken die dat wel is. Zo voorkom je een hoop ellende.” Goede voorbereiding en hulp van Vakgroep Makelaars Horeca | VMH Wil je een horecabedrijf starten of overnemen? Dan is een goede voorbereiding belangrijk. Met een aspirant-lidmaatschap van KHN profiteer je gratis van advies en ondersteuning van onze adviseurs van KHN Advies. De dagcursus Horecabedrijf Starten geeft je een goed beeld welke facetten er bij een eigen bedrijf komt kijken. Om een gedegen plan te schrijven, komt er meer om de hoek kijken. Dan kan het handig zijn om te sparren over verschillende onderwerpen met een horecaexpert en ben je bij ervaren bedrijfsadviseurs van Vakgroep  Makelaars Horeca aan het goede adres.  Voor een aantrekkelijk tarief helpen zij jou graag verder op weg. Aanvullende informatie Ga voor meer tips, aanvullende informatie en tools naar belastingdienst.nl/starters. Bron: KHN en Belastingdienst.

Lees verder

Kan opzegging van het huurcontract door verhuurder zomaar?

Stel: u  huurt een cafépand en de huur is aangegaan voor vijf plus vijf jaar en loopt daarna voor onbepaalde tijd door. Ook staat er een opzegtermijn van één jaar in het contract. Mag de verhuurder hem zomaar de deur wijzen? Middenstandsbedrijfsruimte Volgens het Burgerlijk Wetboek zijn een restaurant, een café en een hotel zgn. ‘middenstandsbedrijfsruimtes’. Als huurder van zo’n ruimte wordt Smids verregaand beschermd. Logisch, want als huurder is hij sterk afhankelijk van de ‘loop’ naar zijn zaak. En loop in de zaak krijgen kost nu eenmaal tijd. Bovendien moet hij de tijd hebben om zijn investeringen terug te verdienen. Huurtermijnen Op basis van de wet wordt een huurovereenkomst voor middenstandsbedrijfsruimte in principe aangegaan voor vijf plus vijf jaar. Daar mag bijna nooit van worden afgeweken. Een overeenkomst voor drie plus drie jaar wordt bijv. automatisch omgezet in vijf plus vijf jaar. Tip. Staar u bij zo’n huurovereenkomst voor middenstandsbedrijfsruimte dus niet blind op het contract; de verhuurder mag namelijk niet zomaar afwijken van de wet. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist. Beëindiging door de verhuurder Goede reden. Een verhuurder kan een huurovereenkomst niet zomaar opzeggen. Opzegging is sowieso altijd pas mogelijk tegen het einde van een looptijd, dus per het einde van de eerste of tweede termijn van vijf jaar. Als de overeenkomst eenmaal voor onbepaalde tijd loopt, kan de verhuurder steeds opzeggen mét een opzegtermijn van minimaal een jaar én met een opzeggingsgrond. Bovendien moet de verhuurder ook nog een goede reden hebben om te mogen opzeggen. Zo’n goede reden wordt wel een ‘opzeggingsgrond’ genoemd. Opzeggingsgronden. De opzeggingsgronden zijn in de wet opgenomen en moeten altijd door de verhuurder in de opzeggingsbrief worden vermeld. Een bekende opzeggingsgrond is ‘dringend eigen gebruik’, waarbij de verhuurder zegt dat hij de bedrijfsruimte zélf nodig heeft. Een andere bekende opzeggingsgrond is de belangenafweging; de verhuurder vindt dan dat hij een groot belang heeft bij het einde van de huurovereenkomst. Zo zwaar, dat het belang van de huurder daarvoor moet wijken. Een verhuurder moet daarbij wel van heel goeden huize komen om zo’n opzeggingsgrond ook hard te kunnen maken. Geen einde huurovereenkomst Óók nog naar de rechter. Als de verhuurder een goede reden heeft om de huurovereenkomst op te zeggen, betekent dit nog niet meteen dat de huurovereenkomst ook eindigt. De kantonrechter zal uiteindelijk moeten beoordelen of er genoeg reden is om de huurovereenkomst te beëindigen. Zo’n procedure kan een behoorlijke tijd lopen. Tip 1. Stem nooit zomaar in met een opzegging (of een beëindigingsvoorstel). Uw verhuurder zal na­­me­­lijk een goed verhaal moeten hebben om een beëindiging voor elkaar te krijgen. Tip 2. U zult in ieder geval een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten moeten krijgen als de huurovereenkomst beëindigd wordt. Tip 3. Gaat de verhuurder een soortgelijk café exploiteren? Dan kunt u daarnaast nog recht hebben op vergoeding van goodwill. Let op. De vergoedingen zijn nooit volledige vergoedingen voor álle kosten die u moet maken. Reken u dus niet rijk als uw verhuurder genoeg reden heeft om de overeenkomst te beëindigen. Een verhuurder kan de huurovereenkomst nooit zomaar opzeggen. Hij moet een zogenaamde ‘opzeggingsgrond’ hebben en hij moet ook nog eens naar de rechter. De huurder heeft recht op een vergoeding als de huur tóch kan worden opgezegd. Bron: jurisprudentie rechtspraak.nl 

Lees verder

Horecabedrijf met winst verkopen?

Anticiperen! Iedere horecaondernemer wil zijn horecazaak mettertijd met winst verkopen. Het is immers zijn oudedagsvoorziening. Maar dat appeltje voor de dorst wilt u liever niet door de fiscus laten schillen, toch? Hoe anticipeert u daarop? Als u uw horecabedrijf verkoopt, moet u met de fiscus afrekenen over de stakingswinst. Daarbij gaat het om opgebouwde reserves, eventuele goodwill en boekwinsten. Kunt u daar iets aan doen? U kunt vooraf nog kiezen…. Geruisloze inbreng. U kunt onder bepaalde voorwaarden uw IB-(horeca)onderneming geruisloos inbrengen in een BV. Een van de voorwaarden is dat u de BV niet binnen drie jaar mag verkopen. U hoeft dan niet af te rekenen over de stakingswinst, maar pas later.  Interessant als er onvoldoende middelen zijn om fiscaal af te rekenen. Rekening houden met: 1. Een nadeel is dat uw BV verder moet met de boekwaarden van uw doorgeschoven horecaonderneming. De BV kan dus ook minder afschrijven en de BV kan geen investeringsaftrek claimen over de ingebrachte bedrijfsmiddelen 2.Een door u opgebouwde oudedagsreserve kunt u niet geruisloos inbrengen in een BV, deze valt vrij als u uw zaak inbrengt in een BV. Ruisende inbreng. Bij een ruisende inbreng in de BV moet u afrekenen over de stakingswinst. Daarnaast dient u ook rekening te houden met de eventuele desinvesteringsbijtelling. Tip. Als u uw horecazaak ruisend inbrengt in een BV, heeft u recht op stakingsaftrek en aftrek premie stakingswinstlijfrente. Wat houdt dat in? Stakingsaftrek De stakingsaftrek mag u aftrekken van de stakingswinst. Deze is gelijk aan de stakingswinst, maar is maximaal € 3.630,-. Tip. De stakingsaftrek geldt per ondernemer. U kunt hier maar één keer in uw leven gebruik van maken. Heeft u in het verleden gebruikgemaakt van de stakingsaftrek, dan wordt deze beperkt door de reeds genoten stakingsaftrek. Naast de stakingsaftrek mag u 14% MKB-vrijstelling van uw winst aftrekken. Lijfrente? Overweeg de aankoop van een lijfrente. Dit levert een aftrekpost op in box 1 ter grootte van de aankoop van de lijfrente, zodat u per saldo niet afrekent met de fiscus. Uiteraard gebeurt dat op termijn wel als de lijfrentetermijnen tot uitkering komen. Maar tegen die tijd zit u wellicht in het lagere belastingtarief voor AOW-gerechtigden. Holding? Aandelen BV in holding? Dan kan bij verkoop van de aandelen aan een derde aanspraak worden gemaakt op de deelnemingsvrijstelling. Tip. Zo wordt de verkoopwinst op de aandelen niet belast. Stel, u brengt uw zaak voor € 75.000,- ruisend in in een werk-BV. De aandelen worden gehouden door een holding-BV. Als inbrengende ondernemer bent u dan ook de directeur-grootaandeelhouder (DGA) in de holding-BV. De aandelen worden verkocht voor € 125.000,-. Deze € 125.000,- is onbelast bij de holding-BV door toepassing van de deelnemingsvrijstelling. Let op. Over de € 50.000,- verkoopwinst van de aandelen bent u wel 25% aanmerkelijkbelangclaim verschuldigd. Tip. U heeft door de inbreng van € 75.000,- een vorderingsrecht op de BV. Hierover betaalt u geen belasting. Het bedrag kan dus netto aan u worden overgemaakt. Let op. Op de vordering dient wel een zakelijke rente berekend te worden die belast is in box 1. Tip. Voorkom dit door de vordering om te zetten in een (agio)storting bovenop de nominale waarde van een aandeel. Deze kunt u onbelast opnemen.

Lees verder

Veilige crowdfunding?

Schuldenakkoord of crediteurenakkoord? Crowdfunding klinkt sympathiek, maar er zit een flinke adder onder het gras zodra een ondernemer in zwaar weer komt. Crowdfundingsplatforms blokkeren namelijk vaak een schuldenakkoord met de investeerders. In plaats daarvan spreken de platforms de ondernemer in privé aan om de schuld aan de investeerders terug te betalen. Met alle gevolgen van dien, zoals beslag op je huis, auto en andere privébezittingen. Een bedrijf in financiële problemen hoeft niet failliet te gaan. Een schuldenakkoord of crediteurenakkoord kan een oplossing zijn. Bij een schuldenakkoord krijgen de schuldeisers een percentage van hun vordering betaald. Voor de restantvordering wordt finale kwijting verleend. De schuldeisers zijn weliswaar een deel van hun geld kwijt, maar bij een faillissement krijgen ze helemaal niets. Bovendien blijft de klant bestaan, dus ook de handel. Voor de ondernemer is een schuldenakkoord één van de beste opties om uit de misère te komen. Crowdfunding-platforms zijn niet happig op zo’n schuldenakkoord. In plaats daarvan spreken crowdfunding platforms de ondernemer liever in privé aan om de schuld aan de investeerders terug te betalen. De platforms zijn door schade en schande wijzer geworden. De afgelopen tijd zijn meerdere horecaprojecten die via crowdfunding werden gefinancierd, failliet gegaan. De boodschap aan de investeerders dat ze het geld op hun buik kunnen schrijven, is voor zo’n platform of website geen lekkere. Daar hebben ze iets op bedacht, en dat is het hoofdelijk aansprakelijk stellen. Beslag leggen op privé-bezit horecaondernemer Een ondernemer die geld wil lenen via crowdfunding moet aan bepaalde voorwaarden van het crowdfundingplatform voldoen. Die voorwaarden lopen nogal uiteen. Maar als de aanvraag wordt goedgekeurd en de ‘crowd’ de ondernemer een lening verstrekt, zal van de ondernemer bepaalde zekerheid worden verlangd tot terugbetaling van de lening. Omdat de zekerheden voor financiers in de horeca vaak sterk tegenvallen (zie kader Investeerders halen neus op voor horeca), zal van de horecaondernemer persoonlijke zekerheid worden verlangd. Dat heet een hoofdelijkheidsverklaring of een akte van borgtocht. Tussen deze hoofdelijkheidsverklaringen zitten veel verschillen, maar het komt in de kern op hetzelfde neer: de horecaondernemer wordt in privé aangesproken om de schuld aan de investeerders terug te betalen. Ook als hij denkt ‘veilig’ vanuit een besloten vennootschap te ondernemen, komt hij privé aan de lat te staan voor de schuld aan de crowd. Betalingsregeling voor de ondernemer Hoofdelijke aansprakelijkheid kan vergaande gevolgen hebben. Zoals een beslag op de woning en huisraad, en de verkoop daarvan. Een andere mogelijkheid is dat de ondernemer de schuld aan het platform moet terugbetalen uit de winst van één van zijn andere bedrijven. De ondernemer krijgt dan een brief van het crowdfundingplatform met het verzoek het bedrag van de totale schuld of van de gemaximeerde borgstelling te betalen. Kun je dat bedrag niet ineens betalen, dan zal het platform met de ondernemer wellicht een betalingsregeling treffen, maar dan moet je wel in staat zijn om zo’n regeling na te komen. Die regeling zal vaak net zo snel moeten worden afgelost als de oorspronkelijke financiering. Zodat de investeerders in de crowd volgens het aanvankelijke aflossingsschema terugbetaald krijgen. Voldoe je als ondernemer niet aan het betalingsverzoek of de getroffen betalingsregeling, dan kan het crowdfundingplatform beslag leggen op alle privébezittingen en via de deurwaarder je huis, auto, (aandelen in) andere exploitaties of je privéspullen verkopen. Soms moet daarvoor eerst een vonnis worden verkregen bij de rechtbank, maar als de hoofdelijkheid in een notariële pandakte of hypotheekakte is vastgelegd, hoeft dat niet. Geheimhoudingsplicht crowdfundingsplatforms Een schuldenakkoord houden crowdfundingplatforms soms tegen. Dit kan een platform doen, omdat de ‘crowd’ anoniem is voor de ondernemer. Normaal stuurt een ondernemer een brief aan de schuldeisers met daarin een uitleg over de ontstane moeilijke situatie en het voorstel om een deel van de vordering af te schrijven tegen gedeeltelijke betaling. In het geval van crowdfunding kan de ondernemer alle financiers niet zomaar bereiken. Simpelweg omdat hij niet weet wie in zijn bedrijf heeft geïnvesteerd. En het platform of de website heeft geheimhouding beloofd aan de investeerders. Praktisch gezien is dat een groot probleem. Ongetwijfeld zijn er partijen in de crowd die kleine bedragen hebben geïnvesteerd omdat ze het horecaconcept mooi vinden of de ondernemer een kans gunnen. Die denken als het fout gaat wellicht ‘jammer van dat geld, laat maar zitten’. Die partijen kan de ondernemer niet bereiken omdat het platform ertussen zit. Het platform kan er ook voor kiezen om eerst zelf een oordeel te geven over het voorgestelde akkoord, en het voorstel niet te overleggen met de individuele investeerders. Of ze doet dat wel, maar met een negatief advies erbij. Ook dan heeft de ondernemer de communicatie met de investeerders – die juist op dat moment cruciaal is – niet zelf in de hand. De gunfactor die je als enthousiaste horecaondernemer met een mooi concept had toen je de crowd om financiering vroeg, kun je bij het aanbieden van een akkoord niet meer inzetten. Dat is een gemiste kans. Bovendien is er bij crowdfunding niet sprake van één of een paar investeerders of financiers, maar van misschien wel honderden geldgevers. Om een schuldenakkoord te laten slagen, moeten in beginsel al die geldgevers instemmen met het saneringsvoorstel. Daar zijn uitzonderingen op, maar die moet je afdwingen bij een rechter. Dat is niet eenvoudig en vaak ook duur. Crowdfunding zonder risico Aan crowdfunding kleven al met al best wel wat risico’s waar ondernemers nooit over nadenken als ze de financiering regelen. De plannen zijn altijd mooi en het enthousiasme is groot. Aan een slecht scenario denken ze niet. Ons advies is om juist bij het aangaan van de financiering ook aan het slechtste scenario te denken. Lees de kleine lettertjes van crowdfundingplatforms. Vooral die onder het kopje aansprakelijkheid. Niet alle crowdfundingplatforms eisen hoofdelijke aansprakelijkheid. Soms wordt een borgtocht gevraagd. Deze kan worden gemaximeerd op een bepaald bedrag. Daarover kun je onderhandelen. Niet alle crowdfundingplatforms garanderen anonimiteit voor de investeerders. Voor de ondernemer kan het een voordeel zijn om de crowdfunding te regelen via een platform waarbij je wel rechtstreeks met de investeerders kunt communiceren.  Maak met een crowdfundingplatform dat wel anonimiteit garandeert aan de investeerders, goede afspraken over de communicatie met de investeerders. Bijvoorbeeld over nieuwtjes van je onderneming (opening, nieuwe kaart, start van het terrasseizoen, speciale acties voor de investeerders) maar ook over communicatie voor het geval het slecht gaat. Waar halen Investeerders hun neus op voor horeca investeringen? In de horeca verliezen veel investeringen vrijwel direct hun waarde. Dat heeft verschillende oorzaken. Veel investeringen zijn aanpassingen aan de bedrijfsruimte. Denk aan isolatie, een nieuwe vloer, nieuwe toiletgroepen. Dat komt het pand ten goede. Daar wringt de schoen voor geldschieters. In het huurcontract is de claim van de ondernemer op de verhuurder vanwege verbeteringen aan het pand, standaard ‘weggeschreven’. Aan het einde van de huurovereenkomst is de huurder zijn investeringen kwijt. Ondernemer en verhuurder kunnen daar schriftelijk van afwijken, maar vaak gebeurt dat niet. (Maak daarover bij het aangaan van de huurovereenkomst afspraken!). Een ondernemer hoopt natuurlijk dat de investeringen bijdragen aan de omzet en het resultaat. Bij verkoop moet dat leiden tot hogere goodwill. Voor financiers is dat geen veilige zekerheid. Als het slecht gaat, is van goodwill geen sprake.  Investeringen in de inrichting zoals meubels, kassasystemen en keukenapparatuur zijn investeringen in zogenaamde ‘bodemzaken’. Als het fout gaat, heeft de fiscus hier een eerste recht op. De financier kan een stil pandrecht hebben, maar in geval van belastingschuld en een faillissement heeft hij daar niets aan. De waarde komt toe aan de belastingdienst, en in geval van faillissement aan de curator en het UWV. De horeca heeft nauwelijks voorraad. Hooguit is er een voorraad wijn of gedistilleerd. Bij een faillissement wordt die vaak teruggehaald door de leverancier met een eigendomsvoorbehoud. De horeca kent weinig vorderingen op debiteuren vanwege levering op factuur. Voor financiers zijn facturen die nog moeten worden geïnd een zekerheid.

Lees verder

E-herkenning verplicht voor ondernemers

E-Herkenning: van zorgverzekering tot aan vergunning Het is niets nieuws, maar het gebruik ervan neemt met rasse schreden toe: eHerkenning. Hoe is het daarmee gesteld anno 2019 en wat moet u als horecaondernemer weten als het gaat om de aanvraag en het gebruik ervan? Inloggen. Via eHerkenning (een soort DigiD voor de overheid (Mijn Belastingdienst) en de semioverheid (KvK), maar ook voor zorgverzekeraars bijv.) hebben ondernemers straks nog maar één inlogmiddel nodig om online te communiceren. Betrouwbaarheid eHerkenning verkleint het risico op identiteitsfraude. Het voldoet namelijk aan de strenge eisen op het gebied van veiligheid, betrouwbaarheid en privacygevoelige gegevens. Betrouwbaarheidsniveau. De digitale eHerkenningsmiddelen zijn onderverdeeld in verschillende betrouwbaarheidsniveaus (EH1, EH2, EH2+, EH3 en EH4). Hoe hoger het niveau, hoe meer zekerheid de dienstverlener krijgt over zijn online identiteit. Zo zult u bij de aanvraag van een hoger betrouwbaarheidsniveau meer controlestappen moeten doorlopen om uw identiteit en handelingsbevoegdheid vast te stellen. Vraagt u bijv. een eHerkenningsmiddel aan met betrouwbaarheidsniveau 3 of 4? Dan wordt uw originele identiteitsbewijs (ID-kaart of paspoort) gecontroleerd. Welk niveau heeft u nodig? Om te bepalen welk betrouwbaarheidsniveau u nodig heeft, kijkt u eerst tot welke dienstverlener(s) en dienst(en) u toegang nodig heeft met eHerkenning. De dienstverlener waar u met eHerkenning moet inloggen, bepaalt welk betrouwbaarheidsniveau u benodigt. Heeft u eHerkenning nodig voor meerdere dienstverleners en/of diensten? Voorbeelden. U heeft eHerkenning nodig voor: diverse gemeentelijke lokale diensten, zoals inloggen op het Ondernemersloket (EH1); het aanvragen van een omgevingsvergunning (EH2); het Werkgeversportaal van het UWV (EH3); de aanvraag van subsidies, zoals de Energie-investeringsaftrek en de Milieu-investeringsaftrek (EH1); octrooiaanvragen (EH4). Let op. Heeft u een Vof of maatschap? Dan heeft u binnenkort eHerkenning ook nodig voor het doen van de aangifte btw en loonheffingen. Hoe aanschaffen? Waar? Een eHerkenningsmiddel kunt u aanschaffen bij een van de zes door de rijksoverheid erkende leveranciers: Digidentity, Z login, Connectis, QuoVadis, KPN en CreAim|Reconi. Tip. Alle genoemde leveranciers van eHerkenning voldoen aan de gestelde eisen. Kosten? De prijs van eHerkenning is afhankelijk van het betrouwbaarheidsniveau en verschilt per leverancier. Zo liggen de jaarlijkse kosten tussen de € 5 en € 72.    Vallen niet onder de omgevingsvergunning. Onder de nieuwe omgevingsvergunning vallen voor alle duidelijkheid dan ook niet de exploitatievergunning (op grond van de APV), de drank- en horecavergunning, de aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten (op grond van de Wet op de kansspelen) en de ontheffing voor het verkrijgen van een buitentap (artikel 35 Drank- en Horecawet). Deze zullen nog steeds in een afzonderlijke procedure moeten worden verkregen. Voor een volledig overzicht van de vervallen vergunningen en ontheffingen wordt verwezen naar de brochure ‘overzicht reikwijdte omgevingsvergunning‘ van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Bron: belastingdienst en Rijksoverheid.  

Lees verder

Boekhouding aangifte uw eigen verantwoordelijkheid!

Mijn adviseur regelt het wel! U heeft een accountant en/of belastingadviseur in de arm genomen voor uw boekhouding, jaarstukken en belastingaangiften. Kortom, ú heeft er geen omkijken meer naar. Of toch wel? Wat is handig en verstandig? De stukken die uw (horeca)adviseur opstelt, worden u ter goedkeuring aangeboden. Vaak be­spreekt uw adviseur de stukken met u, zodat u in­zicht heeft in wat er is gebeurd. Vervolgens tekent u na goedkeuring de aangifte en veelal ook de als bij­lage bij de aangifte gevoegde balans en winst- en ver­liesrekening. Het geheel wordt naar de Be­las­ting­dienst gezonden en daarmee is de jaarlijkse plicht weer ge­daan. Het kan maar gebeurd zijn … Boete. Als vervolgens blijkt dat de aangifte niet juist was en de fiscus wil een correctie daarop plegen en zelfs een boete opleggen voor het onjuist indienen van de aangifte, beroept u zich op het feit dat u gebruik heeft gemaakt van een adviseur. U heeft immers toch geen verstand van belastingzaken? Nee, de fis­cus moet maar bij de adviseur aankloppen. U bent belastingplichtig horecaondernemer en daarmee ver­antwoor­de­lijk en aansprakelijk voor belasting­schul­den en daarbij opgelegde boeten. U heeft bo­vendien zelf de aangifte getekend. De rechter heeft ver­schillende ma­len beslist dat niet uw adviseur maar uzelf aan­gesproken kunt worden door de fiscus. Rechter. Rest u niets anders dan uw adviseur bij de rechter aan­sprakelijk te stellen voor de geleden schade. Wilt u uw adviseur iets kunnen verwijten, zal er spra­ke moeten zijn van nalatigheid of wanprestatie van uw adviseur. Indien er duidelijk met u over ge­sproken is dat een bepaald stand­punt zou worden ingenomen, dan maakt u wei­nig kans. Bij moeilijke (eenmalige) boekingsposten. Vraag uw adviseur duidelijk of er discutabele stand­punten in uw aangifte zijn verwerkt. Loop zelf kritisch uw inkomensgegevens na en bekijk of het naar uw idee klopt. Tijdig. Ook het tijdig doen van aangifte is een be­langrijke zaak. Het niet tijdig doen van aangifte kan er namelijk toe leiden dat er een boete wordt op­gelegd, die per keer dat de aangifte te laat is in­ge­diend kan oplopen. Als een aangifte te lang uitblijft, kan de fiscus zelf uw inkomen of de verschul­dig­de loon- of omzetbelasting ambtshalve vaststellen. Dit is dan zeker nooit in het nadeel van de fiscus. Ook hier geldt dat u richting fiscus zelf altijd ver­­antwoordelijk bent voor de tijdige indiening van de aangifte. Goede afspraken maken! Maak goede afspraken met uw adviseur over wie de aangifte verzorgt. Als u af­spreekt dat de adviseur dat doet, spreek dan ook af dat u tijdig de stukken krijgt toegezonden om deze getekend door te sturen naar de Belas­ting­­dienst. Zo kunt u zelf een vinger aan de pols houden. Leg de af­spra­­ken het liefst op papier vast, zo­dat iedereen weet wie aansprakelijk is ingeval van nalatigheid. Tip. Vraag uw adviseur naar de algemene voorwaarden die op zijn dienstverlening van toepassing zijn. Hieruit blijkt ook vaak in welke gevallen de adviseur aansprakelijkheid uitsluit. Procedure | Klacht Indien u meent dat uw accountant of belastingadviseur tekort is geschoten in zijn taken, dan kunt u (los van een eventuele civiele procedure) ook een klacht indienen bij de beroepsorganisatie waarbij hij of zij is aangesloten. Deze kennen een geschillenregeling waar uw klacht behandeld zal worden. Op tijd aanleveren. Welke afspraken u ook maakt met uw adviseur, vergeet niet dat ook van u een actieve houding verwacht wordt. Indien u bijvoorbeeld afspreekt dat rond de 25evan een maand de aangifte omzetbelasting gereed moet zijn en u levert de daarvoor benodigde gegevens pas op de 24e aan, dan zal uw adviseur zich redelijkerwijs niet aan de gemaakte afspraak kunnen houden. Dan zal een klacht of civiele procedure niet makkelijk worden.

Lees verder

Hoe is bij u de fooi geregeld!

Als horecaondernemer bemoeit u zich niet met de fooienpot, laat de belastingdienst u dan met rust? Wanneer geen loonheffingen bij fooien U Hoeft  geen loonheffing in te houden op het fooibedrag als u zich aan deze 3 voorwaarden houdt. U houdt bij de loonbepaling van de werknemer geen rekening met eventueel ontvangen fooien. Dit betekent dat fooien dus geen deel uit mogen maken van de loonafspraken met uw werknemer. U betaalt uw werknemer het voor hem geldende (cao- of minimum)loon. Doet u dit niet, dan gaat de fiscus ervan uit dat u het verschil heeft aangevuld met de fooien. Dit bedrag wordt dan aangemerkt als belastbaar loon. U heeft geen enkele bemoeienis met de fooienpot en de verdeling ervan. Bemoeienissen.Maar wanneer is er nu sprake van bemoeienis met de fooienpot? Wanneer is hiervan er sprake: Creditcardbetalingen.Indien u fooien ontvangt via creditcardbetalingen van uw gasten en u deze fooien doorgeeft aan uw werknemers, dan is er sprake van belastbaar loon waarover u loonheffing moet inhouden. U bent immers degene die de fooien omzet van plastic in cash. Let op. Over de fooien die u ontvangt via creditcardbetalingen betaalt u provisie aan de creditcardmaatschappij. Dit betekent dat € 20 fooi geen € 20 nettofooi is. Fooienpot.Staat er in uw horecabedrijf een fooienpot en verdeelt u de fooi aan het einde van de (werk)dag onder uw werknemers, dan moet de fooi aangemerkt worden als belastbaar loon. U bent immers degene die de fooi verdeelt. Personeel ontvangt de fooi, hoe wordt het verdeeld? VB 1.Volgens de horeca-cao (per 1 juli 2019) heeft uw werknemer van 21 jaar recht op een brutoloon van € 1.635,69 per maand. U betaalt de werknemer een brutoloon van € 1.560,69. Door de fiscus wordt er gesteld dat de werknemer € 75 per maand aan fooien ontvangt. De loonheffing moet u dus berekenen over € 1.635,69 per maand. VB 2.Uw werknemer ontvangt de fooi rechtstreeks van uw gasten en ontvangt gewoon het geldende minimumloon. In dit geval hoeft u de fooi niet aan te merken als belastbaar loon. U bemoeit zich immers niet met de fooi. Voor de werknemer is de fooi fiscaal gezien wel loon voor de inkomstenbelasting. Hij of zij zal dit zelf moeten aangeven in zijn of haar aangifte inkomstenbelasting. U bent hier uiteraard niet verantwoordelijk voor. Hoe zit dat met de btw? Over de fooien die uw personeel ontvangt, hoeft u geen btw te betalen. Heeft u een eenmanszaak of Vof?Heeft u een eenmanszaak of Vof, dan hoeft u geen btw te betalen over de fooien die u zelf ontvangt. Let op. Zorg ervoor dat u de fooien apart boekt in uw administratie en dat deze dus niet in de omzet worden geboekt, anders bent u daarover alsnog btw verschuldigd. Heeft u een BV?Ontvangt u de fooi als BV, dan bent u wel btw verschuldigd over de ontvangen fooien.

Lees verder

Huurverhoging bij een middenstandsbedrijfsruimte?

In Nederland mag een verhuurder zelf bepalen hoeveel hij vraagt voor een bedrijfspand. Maar als je het eenmaal gehuurd hebt, mag hij volgens het huurrecht geen grote huurverhogingen meer doorvoeren. Onderscheid In de regelgeving rond huurcontracten is er een onderscheid tussen twee verschillende ruimtes: middenstandsbedrijfsruimtes en overige bedrijfsruimtes. Heel kort gezegd is een middenstandsbedrijfsruimte (ook wel ex-290 bedrijfsruimte) een ruimte die voor het publiek toegankelijk moet zijn en waar het product of de dienst direct geleverd wordt. Huurverhoging bij een middenstandsbedrijfsruimte Het vaststellen van de huurprijs van een bedrijfsruimte is niet gebonden aan regels. De verhuurder mag elk bedrag vragen dat hij wil. Het is aan de huurder om te bepalen of de ruimte de prijs waard is, en of de huurder deze prijs kan opbrengen. Het voornaamste kenmerk van middenstandsbedrijfsruimtes is dat het huren van het pand vrijwel altijd opgedeeld is in twee delen van vijf jaar. Na verloop van de eerste periode van vijf jaar is er weer de mogelijkheid om een nieuwe huurprijs overeen te komen tussen de verhuurder en huurder. Beide partijen mogen een verzoek om de huurprijs te herzien indienen, mits de ingangsdatum van de nieuwe huurprijs minstens vijf jaar na de laatste herziening ligt (zeven jaar mag dus ook, bijvoorbeeld). Als de partijen er onderling niet uitkomen, kan men via de kantonrechter naar de bedrijfshuuradviescommissie. Deze stelt de huurprijs vast aan de hand van de huren van vergelijkbare middenstandsbedrijfsruimte. De jaarlijkse huurverhoging zoals bekend bij het huren van woonruimtes is bij bedrijfsruimtes geen wettelijk recht, maar een contractueel recht. Een zogenaamde ‘periodieke indexering’ is dus alleen toegestaan als dit in de huurovereenkomst is vastgelegd. Tweede periode van vijf jaar Beide partijen kunnen op ieder moment van deze tweede periode van vijf jaar naar de Kantonrechter stappen om te vragen naar een huurprijsherziening. Er is hiervoor geen termijn. Dit houdt in dat de herziening ingaat zodra de vordering van de Kantonrechter officieel is. Na tien jaar Als na de tweede periode van vijf jaar geen opzegging of beëindiging heeft plaatsgevonden, betekent dit dat de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd door blijft lopen. Opnieuw kan bij de Kantonrechter gevraagd worden voor herziening van de huurprijs. Uitzondering op twee keer vijf jaar In principe geniet de huurder van een middenstandsbedrijfsruimte dus een termijnbescherming van twee keer vijf jaar. De wet wil echter niet iedereen verplichten zich aan deze termijnen te binden. Het is daarom ook mogelijk om een huurovereenkomst aan te gaan voor twee jaar of korter. Dit kan van belang zijn voor de ondernemer die zich slechts tijdelijk wil vestigen op een locatie of voor de starter die wil onderzoeken of zijn bedrijf levensvatbaar is, zonder verplichtingen aan te gaan voor de langere termijn. Ook kan deze regelgeving in het belang van de verhuurder werken. Zodra het gebruik van de ruimte langer duurt dan twee jaar, ook als er is begonnen met een overeenkomst voor twee jaar of korter, gaat de overeenkomst over in een overeenkomst voor vijf jaar. De reeds verstreken twee jaar komen hierop in mindering. Deze verlenging naar vijf jaar is niet geldig als het gebruik van de ruimte langer duurt dan twee jaar door toedoen van de huurder (wanneer de huurder bijvoorbeeld het pand niet op tijd ontruimt). Kortom Er is geen wettelijk maximum voor de huurprijs van een bedrijfsruimte. De verhuurder mag bij een nieuwe huurder elk bedrag vragen dat hij wil. Zodra het contract door beide partijen getekend is, kan de prijs alleen aan het eind van de contracttijd herzien worden. Beide partijen kunnen een herziening aanvragen en beide partijen moeten met de herziening instemmen. Het is mogelijk dat in de huurovereenkomst is vastgesteld dat de huurprijs jaarlijks met een bepaald percentage wordt verhoogd (periodieke indexering). Hierbij is het gebruikelijk om deze verhoging te baseren op de cijfers van het CBS. Een huurverhoging voor een middenstandsbedrijfsruimte kan dus aan het einde van een contractperiode worden doorgevoerd, met wederzijds instemming. Tussentijds kan dit alleen als dit in de huurovereenkomst is opgenomen. Als er in het contract geen afspraken zijn gemaakt over periodieke indexering dan is dit in principe ook niet toegestaan. De precieze bepalingen in het contract zijn hierbij uiteraard van groot belang.  

Lees verder

Flexcontracten, nu al actie ondernemen voor 2020!

Het wetsvoorstel ‘Wet arbeidsmarkt in balans’ is op 05.02.2019 aangenomen door de Tweede Kamer. Als deze in de Eerste Kamer wordt aangenomen, is het verstandig nu al maatregelen te nemen. Wat speelt er en wat moet u doen? Piek en ziek. Veel werkgevers in de horeca maken gebruik van inval- en oproepkrachten, nuluren-, min-max- en oproepcontracten. Deze worden doorgaans ingezet bij ‘piek en ziek’. Oproepcontracten worden daarnaast ook gebruikt in situaties waarbij er regelmatiger wordt gewerkt. U betaalt dan alleen als er daadwerkelijk gewerkt is. Hoe is het nu anno 2019 geregeld? Een oproepkracht wordt opgeroepen als dit nodig is. Hij weet doorgaans niet wanneer dit is. Daarom zal een oproepkracht per oproep minstens drie uur betaald moeten worden. Als er een regelmatig patroon ontstaat, dan kan een oproepkracht een arbeidsovereenkomst claimen voor een vast aantal uren. Let op!  In de cao horeca wordt er in plaats van oproepkrachten gesproken over invalkrachten. Een invalkracht zal ten minste 156 uur per jaar betaald moeten worden. Oproepovereenkomst? Dit is een overeenkomst waarbij het niet duidelijk is wanneer een werknemer moet werken en hoelang. Invalkrachten werken dus op basis van oproepovereenkomsten, maar ook min-maxcontracten vallen hieronder. Een jaarurencontract is geen oproepcontract, mits u de werknemer iedere maand hetzelfde betaalt, maar de uren in het jaar mogen fluctueren. Wat veranderd er op 1 februari 2020? Er veranderd: In het wetsvoorstel ‘Wet arbeidsmarkt in balans’ (WAB) wordt er geprobeerd om oproepkrachten meer rechtsbescherming te geven. Het begint met het de oproepkracht duidelijk te maken dat er sprake is van een oproepsituatie. Zo moet op het loonstrookje komen te staan of er sprake is van een oproepovereenkomst of een overeenkomst voor onbepaalde tijd (bepaalde tijd moet in het arbeidscontract staan). Uiterlijk vier dagen van tevoren oproepen. Die termijn kan via een cao worden verkort tot 24 uur van tevoren en dient schriftelijk of elektronisch te geschieden. Is deze termijn korter, dan kan de invalkracht weigeren. Wijzigt de werkgever de tijdstippen binnen deze termijn, dan behoudt de werknemer het recht op loon over de oorspronkelijke oproep. Mogelijk zal de cao horeca hierop in de toekomst worden aangepast, maar dat is nog niet bekend. Contract met vaste uren aanbieden Wat het meest in het oog springend is dat u de werknemer een contract met een vaste omvang (vast aantal uren per week, maand of jaar tegen een gelijkblijvend loon) moet bieden als de arbeidsovereenkomst twaalf maanden heeft geduurd en u met deze werknemer verder wil. Deze omvang wordt gebaseerd op het gemiddeld aantal uren van de voorafgaande twaalf maanden. Let op! Deze verplichting gaat in op 01.02.2020. Doet u dit niet, dan behoudt uw werknemer gedurende vijf jaar recht op het voornoemde gemiddeld aantal uren. Tip. De optimale flexibiliteit bereikt u door een jaarurensysteem. Hierbij wordt het minimumaantal uren dat er per jaar moet worden gewerkt, vastgelegd. Per maand zal de werknemer dan een vast loon krijgen, gebaseerd op het gemiddeld aantal uren per maand dat de invalkracht per jaar zou worden ingezet. Let op! Indien u nu invalkrachten aan het werk heeft, tellen de uren die vanaf 01.01.2019 gedraaid worden al mee voor de inhoud van het aanbod dat u op 01.02.2020 gaat doen. Bron: Rijksoverheid.nl

Lees verder

Cafetariamodel!! | Hoe kun je een werknemer binden aan jou horecabedrijf.

Cafetariamodel! Werknemers zijn steeds moeilijker te krijgen en aan uw horecabedrijf te binden. Daarom stappen steeds meer werkgevers over op een cafetariamodel, met alle voordelen van dien. Is zo’n systeem ook iets voor uw horecabedrijf?  Problemen met wisselend personeel.De werkloosheid is laag, de economie bloeit en goed personeel is schaars en duur. Het zogenaamde cafetariamodel is daarom populairder dan ooit. Een vorm daarvan is het bij veel ambtenaren toegepaste individuele keuzebudget. Wat zijn van dergelijke modellen dan de voordelen en is het iets voor uw horecabedrijf? Werknemer heeft de keuze tussen geld, vrije tijd en … Aanvullende arbeidsvoorwaarden.Bij de genoemde modelstaat de individuele behoefte van de werknemer centraal. Zijn arbeidsvoorwaardenpakket staat voor een deel vast, maar kan voor een ander deel naar eigen goedvinden worden ingevuld. In de regel gaat het daarbij om de keuze tussen geld, vrije tijd en overige arbeidsvoorwaarden. Het hieraan verbonden prijskaartje staat in beginsel vast, maar de werknemer mag zelf weten hoe hij er invulling aan geeft. Zo beschikken bijvoorbeeld gemeentemedewerkers over een budget van ongeveer 16,3% van de loonsom, dat naar eigen keuze kan worden besteed. Wat wil uw personeel. Een voordeel van een cafetariamodel is dat de arbeidsvoorwaarden kunnen worden afgestemd op de individuele behoefte. Zo heeft de ene werknemer behoefte aan meer vrije tijd, terwijl de andere wellicht kiest voor extra loon. Een werknemer met jonge kinderen zal bijvoorbeeld blij zijn met een tegemoetkoming voor kinderopvang, terwijl zijn vrijgezelle collega meer behoefte heeft aan een nieuwe smartphone. Wettelijke voorschriften.Ook bij een individueel arbeidsvoorwaardenpakket heeft u zich te houden aan de wettelijke voorschriften. Zo mag een pensioen bijvoorbeeld niet bovenmatig zijn en moet u zich houden aan de cao. Ook vervallen niet-opgenomen vakantiedagen in beginsel een half jaar na het jaar waarin het recht op de vakantiedagen is ontstaan. Belast of niet? Bij een individueel arbeidsvoorwaardenpakket is het van belang om erbij stil te staan of een beloningsbestanddeel belast is of niet. Dit hoeft namelijk niet voor iedere werknemer gelijk uit te pakken. Zo kunt u een pc belastingvrij vergoeden als deze noodzakelijk is voor het te verrichten werk. Dat zal (overdreven gesteld) voor een boekhouder eerder het geval zijn dan voor een caissière. Werkkostenregeling.Houd er verder ook rekening mee dat u tot 1,2% van uw loonsom kunt besteden aan belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen. Dit is de zogenaamde vrije ruimte van de werkkostenregeling. Belaste vergoedingen en verstrekkingen blijven zo toch onbelast bij de werknemer. U betaalt belasting in de vorm van een eindheffing van 80%, voor zover u in een jaar meer besteedt dan 1,2% van uw loonsom aan vergoedingen en verstrekkingen. U moet loonbestanddelen die u wilt onderbrengen in de werkkostenregeling aanwijzen in uw administratie. Regeling invoeren?Wilt u een cafetariamodel invoeren in uw horecabedrijf, dan is overleg nodig met uw werknemers. U kunt immers niet zomaar de voorwaarden van een arbeidsovereenkomst eenzijdig wijzigen. Dit kunt u met uw boekhouder kortsluiten. Tips: Zorg dat u weet wat er leeft onder uw werknemers voor een CAO  cafetariamodel invoert. Zijn mensen geinteresseerd? Naar welke arbeidsvoorwaarden gaan de voorkeuren uit? Organiseer eens een praatsessie of voorlichtingsmiddag. Een cafetariamodel vereist een goede, overzichtelijke administratie. Zorg dat u alles goed op papier heeft staan om onduidelijkheden en conflicten te voorkomen. Leg de periode vast waarvoor de keuzes gelden. Bepaald bijvoorbeeld dat uw personeel een keer per jaar nieuwe keuzes mag maken over de invulling van het cafetariamodel. Het kan niet de bedoeling zijn dat al het personeel vrije tijd inkoopt, in dezelfde periode vrij neemt en u in een leeg bedrijf achterlaat. Maak goede afspraken over de gang van zaken en leg die schriftelijk vast. Bron: Overheid.nl

Lees verder

Maaltijden personeel belast of onbelast!

Let op: eten als de bediening een vorkje meeprikt? Ook in de horeca komt het geregeld voor dat personeel van een maaltijd wordt voorzien. Is dat belast? Of is er van belastingheffing helemaal geen sprake? Hoe zit dat precies en waar moet u op letten? De rechter schonk onlangs klare wijn. “Mag ik wat eten” Personeel met onregelmatige werktijden mag vaak bij de werkgever een maaltijd gebruiken. Met name bij restaurants is dat eerder regel dan uitzondering. Maar hoe is dat fiscaal geregeld? Moet er belasting over zo’n maaltijd betaald worden of kan dat belastingvrij? En hoe zit het voor u met de aftrek van de kosten? Welke regels gelden er, waar moet u op letten? Zakelijke maaltijd onbelast Wat is ‘zakelijk’? Over een zakelijke maaltijd hoeft uw werknemer geen belasting te betalen. Een maaltijd is in ieder geval zakelijk als de werknemer vanwege zijn (over)werk niet thuis tussen 17.00 uur en 20.00 uur kan eten. In andere gevallen is een maaltijd belast, tenzij deze om andere redenen als zakelijk is aan te merken, bijvoorbeeld omdat uw sommelier wijn in Frankrijk gaat inkopen en onderweg een maaltijd gebruikt. Forfait voor niet-zakelijke maaltijd. Vooral in de horeca worden er ook niet-zakelijke maaltijden gebruikt. Dan moet u in 2019 een bedrag van € 3,35 per maaltijd als loon aanmerken. Let op.  Het maakt niet uit of het een ontbijt, lunch of diner betreft en ook niet of het gerecht bij u op de kaart veel duurder is. Ook maakt het niet uit of de werkelijke kosten wellicht lager zijn, zoals bijvoorbeeld bij een ontbijt niet ondenkbaar is. Dit is onlangs nog beslist door het Hof Den Haag (NL:ECLI:GHDHA:2019:92) . Ook is niet van belang of u over een aparte kantine beschikt of dat het personeel ergens anders in uw zaak eet. Wanneer sprake van maaltijd? Houd er rekening mee dat er fiscaal gezien nogal snel sprake is van een maaltijd. Een los drankje of losse snack, zoals een kroket, candybar, appel of kop soep kunt u onbelast verstrekken. Een combinatie ervan is echter al snel een maaltijd en dan moet u er dus belasting over inhouden. Onbelast via werkkostenregeling. U kunt een maaltijd ook onbelast verstrekken door deze onder te brengen in de werkkostenregeling. Jaarlijks mag u 1,2% van uw loonsom besteden aan vergoedingen en verstrekkingen, zoals maaltijden. Alleen als u over deze grens heen schiet, moet u als werkgever belasting betalen in de vorm van een eindheffing. U betaalt dan 80% over het meerdere, terwijl de verstrekkingen bij de werknemers onbelast blijven. Kosten aftrekbaar van de winst? Als maaltijden belast zijn of als u ze onderbrengt in de werkkostenregeling, zijn ze voor u 100% aftrekbaar van de winst. Let op. Onbelaste snacks, maaltijden of het deel van de kosten van een maaltijd dat over het forfait van € 3,35 heen schiet, is echter beperkt aftrekbaar BTW aftrekbaar? De btw op maaltijden is alleen aftrekbaar als u in een jaar voor een werknemer niet meer uitgeeft aan personeelsvoorzieningen dan € 227 ex. btw. Stem met uw boekhouder af dat de kosten van personeelsvoorzieningen op een aparte rekening worden geboekt, zeker als dat verbruik bij u hoog is en de brutowinstmarge onder druk staat. Zo heeft u na afloop van het jaar een goed overzicht en kost dat de minste inspanning. Heeft u veel personeelsverbruik, dan kan het verstandig zijn als u hierover afspraken maakt met uw inspecteur. Overleg dit met uw adviseur.   Bron: Rijksbelastingdienst  

Lees verder

Wat mag je bijverdienen als vakantiebaantje?

Tijdens de vakantietijd willen er veel jongeren weer een zakcentje bijverdienen. Althans, zolang hun kinderbijslag of de studiefinanciering maar niet in gevaar komt. Het gaat om de kinderbijslag en de studiefinanciering. Bijverdienen wat is belangrijk voor de student / scholier: Kinderbijslag behouden. Werknemers van 16 of 17 jaar mogen niet meer dan € 1.296 netto per kwartaal bijverdienen. Pas op. Gebeurt dat wel, dan vervalt voor dat kwartaal de kinderbijslag. Ook het kindgebonden budget stopt dan. Uitzondering is voor  werknemers jonger dan 16 jaar. Dan maakt het niet uit wat ze bijverdienen. Extra bijverdienen. In de zomervakantie mogen werknemers van 16 en 17 jaar € 1.330 netto extra bijverdienen (dus € 1.296 + € 1.330) zonder dat dit gevolgen heeft voor de kinderbijslag. De zomervakantie is de periode tussen twee schooljaren in. Uitzondering is voor werknemers die in mei examen hebben gedaan. De  zomervakantie begint dus eerder en ze mogen dus eerder extra bijverdienen. Vakantiewerk bij dezelfde werkgever. Heeft u een werknemer van 16 of 17 jaar die door het jaar heen bij u werkt en in de zomervakantie nog wat extra werkt bij u, dan wordt het extra werk als vakantiewerk gezien. Tip.  In het geval een 16- of 17-jarige stage loopt bij u en tijdens de vakantietijd extra bij u werkt, dan kan het extra werk ook als vakantiewerk worden aangemerkt als in de stageovereenkomst staat dat het niet verplicht is om tijdens de vakantietijd door te werken.   Bron: Rijksoverheid Welke inkomsten tellen mee? Loon of salaris, inkomsten uit een eigen bedrijf. Werkgeversvergoedingen (bijv. kost en inwoning). Stagevergoedingen. Vergoedingen van de werkgever (bijv. voor reiskosten, kleding of een veiligheidsbril). Teruggave van loonheffing. Een uitkering op grond van de WW of ZW. Werknemers met studiefinanciering Bijverdiengrens. Deze bijverdiengrens geldt voor alle studenten in het mbo. Voor studenten in het hbo en wo geldt de bijverdiengrens als deze onder het oude stelsel van studiefinanciering vallen. Dit zijn alle studenten die voor 1 september 2015 begonnen zijn aan hun opleiding. De bijverdiengrens bedraagt in 2019 maximaal € 14.682,96 (verzamelinkomen/belastbaar loon). Let op.  Wie meer bijverdient en zijn studiefinanciering niet heeft stopgezet, moet het bedrag dat hij meer verdiend heeft dan de bijverdiengrens, terugbetalen. Let op.  De bijverdiengrens geldt ook als de student een studentenreisproduct heeft. Tip.  Studenten (hbo en wo) die vanaf 1 september 2015 begonnen zijn aan hun opleiding, mogen onbeperkt bijverdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor hun studiefinanciering. Welke inkomsten tellen niet mee? Uitkeringen via de Participatie- of Toeslagenwet. Uitkeringen in het kader van de Algemene nabestaandenwet (Anw). € 343,32 per maand telt dan niet mee. Voor laatstejaarsstudenten tellen inkomsten uit een eigen bedrijf (ondernemer voor de inkomstenbelasting) niet mee, indien in dat jaar het diploma wordt behaald. Inkomsten in 2019 die ontvangen worden in een periode waarin er geen recht bestond op studiefinanciering of een studentenreisproduct.

Lees verder

Trends en informatie over terrassen

Hoeveel kost een rondje? Uit de jaarlijkse inventarisatie van de prijs voor een rondje op het terras (2 koffie, 2 fris, 2 bier, en 2 rosé). Landelijk steeg de terrasprijs gemiddeld met 2,5% dit jaar naar € 22,64. Dat is gemiddeld €2,83 per drankje. Bieren De verkoop van speciaalbieren blijft in de lift zitten. Hierbij zijn met name weizen-, wit- en blond bier populair. Ook radlers en rosé bieren doen het goed op het terras, evenals lokaal gebrouwen bieren. De sterkste groei in het biersegment komt echter vanuit een andere hoek: het alcoholvrijbier. De consumptie hiervan steeg afgelopen jaar met 24,7 procent (bron: Nederlandse Brouwers). Overige dranken Aperol Spritz en Gin & Tonic zijn inmiddels gemeengoed geworden op veel Nederlandse terrassen. Overige non-alcoholische dranken die het goed doen zijn zelfgemaakte limonades, ijskoffie’s, ijsthee’s en smoothies. Verder kun je ook FÏNLEY in je assortiment opnemen (onderdeel van Coca-Cola), een verfrissend, alcoholvrij en caloriearm drankje . FÏNLEY is te drinken als verfrissend drankje in de middag of als mocktail gedurende de avond. Het alcoholvrije drankje voor volwassenen is in zes verrassende en verfijnde smaken verkrijgbaar, namelijk: bloedsinaasappel -pompelmoes, sinaasappel -cranberry, citroen -vlierbloesem en de alom bekende mocktails Mojito , Spritz en Royal. Bron: www.spronsen.com

Lees verder

Trends en informatie over en rondom strandpaviljoens

Ontwikkelingen rondom strandpaviljoens De afgelopen vijf jaar is het aantal strandpaviljoens in Nederland toegenomen van 396 naar 413 paviljoens. Opmerkelijk is dat de groei voornamelijk komt door strandpaviljoens in niet-kustprovincies. Volgens het NBTC Holland Marketing werd in 2017 de kust door 2,6 miljoen buitenlanders bezocht. Momenteel hebben 164 strandpaviljoens een jaarrondvergunning. Daarnaast zien we een groeiende interesse in de samenleving voor alles wat buiten is (terrassen, festivals, bbq, buitenkeukens) en wordt ook slapen op het strand steeds populairder. Daarentegen wordt verwacht dat de groei van paviljoens vooral buiten kustprovincies zal doorzetten, omdat deze niet te maken hebben met de natuurbeschermingswet en bestemmingsplannen. Hierdoor geldt er vaak een maximum aantal paviljoens per strand/kustgebied. Aandacht voor schone stranden (Ouddorp winnaar 2018), initiatieven als ‘Green Deal Schone stranden’ en ‘Grondstofjutters’ waar ondernemers, overheid en strandbewoners de handen in één slaan zorgen er voor dat er steeds meer aandacht is voor het milieu op en rond het strand. De roep om vermindering van plastic (rietjes, bakjes) en gebruik van afbreekbare materialen neemt verder toe. Als ondernemer kun je hier natuurlijk op inspelen. Gebruik bijvoorbeeld gejutte materialen bij de inrichting, en kies voor kartonnen verpakkingen in plaats van plastic. Daarnaast kun je bijvoorbeeld ook kiezen voor rietjes van bamboe in plaats van plastic rietjes. Bamboe is én goed het voor milieu, en het ziet er tof uit! Alcoholvrij en cocktails, hoe combineer je dit? De vraag naar natuurlijke en gezonde voeding neemt toe. Tegelijkertijd is het in om cocktails te drinken . Deze twee trends komen samen in de nieuwe ‘Be -Mocktails ’ oftewel de ‘natuurlijke mocktails’. Deze mocktails zijn 100% natuurlijk en alcoholvrij. Het drankje is verkrijgbaar in drie smaken. Ook nieuw is Seedlip, ’s werelds eerste gedistilleerde niet – alcoholische drank, die het steeds groter wordende dilemma van ‘wat te drinken als je niet drinkt’ oplost. Een Seedlip & Tonic is een mooie vervanging van de immens populaire Gin & Tonic. Borrelsnacks Op het gebied van borrelsnacks is Nederland ook weer een tof product rijker. FrietHoes, een frietproducent, heeft in de Dutch Design Week de ‘Frietballetjes’ geïntroduceerd. Deze zijn gemaakt van de resten die overblijven bij het produceren van de verse friet van FrietHoes zijn De Balletjes de ideale borrelsnack. Social media inzetten om het jonge publiek aan te trekken Bijzondere gerechten, bijzondere plekken, bijzondere freakshakes en/of ijsjes, of iets totaal anders? Het gaat erom dat je gasten er graag foto’s van plaatsen op hun Instagram account. Gratis reclame! Daar kun je wel een mooie muurschildering voor laten maken, schommels voor ophangen of bijzondere gerechten voor serveren toch? Of een romantisch plekje creëren waar het ideaal is om foto’s te maken tijdens zonsondergang? Je zou zelfs een fotograaf voor de opening kunnen huren en er een evenement van maken, om jezelf zo nog meer “in the spotlight” te zetten! Groei strandpaviljoens Top 10 2013 2018 Stijging/daling Den Haag 70 68 -3% Zandvoort 30 36 20% Veere 24 30 25% Bergen 21 22 5% Sluis 13 17 31% Schouwen-Duiveland 16 16 0% Noordwijk 15 18 20% Katwijk 16 16 0% Rotterdam 17 15 -12% Texel 13 14 8% Totaal 235 252 252 Bron 1: HorecaDNA Bron 2: Spronsen   Bron: www.spronsen.com

Lees verder

Tips en tricks voor horecamarketing!

Een kijkje achter de schermen Als je al gebruik maakt van Social Media marketing voor je horecaonderneming, dan zul je vast al begrijpen hoe belangrijk het is om consistent te blijven posten. Als je een pagina van een café, restaurant of andere horecaonderneming tegenkomt die al maanden niets gepost heeft, krijg je automatisch het gevoel dat deze locatie gesloten zou kunnen zijn. Vermijd dit dus door met regelmaat te blijven posten. Verwerk in deze posts bijvoorbeeld speciale evenementen, je openingstijden, foto’s van het hele team en foto’s van de locatie zelf, zowel binnen als buiten. Laat ook de positieve en negatieve kanten zien, geef de mensen “een kijkje achter de schermen”. Zo weten de mensen beter hoe je onderneming in elkaar steekt, en wat ze kunnen verwachten. Het posten van foto’s na bijvoorbeeld een toffe avond op je locatie is ook een slimme zet, want hier kunnen mensen elkaar aan “taggen”, waardoor je een groter publiek bereikt. Als je gebruikt maakt van meerdere kanalen, gebruik ze dan ook verschillend. Gebruik bijvoorbeeld Instagram om foto’s op te delen, en Facebook om informatie te geven over bepaalde evenementen. Natuurlijk kun je deze informatie over evenementen ook verwerken in een foto, en die ook op Instagram zetten. De informatie is gelijk, maar de posts zijn anders, en op deze manier bereik je je publiek op de door hen gewenste manier. Maak het persoonlijk en creëer loyaliteit Met het inzetten van deze kanalen probeer je natuurlijk klanten je zaak in te trekken, en om deze vol te krijgen. Gemiddeld komt 50%-70% van je omzet van vaste klanten, en het is dan ook zeer belangrijk om klanten vast te houden. Om klanten vast te houden, zijn er verschillende strategieën mogelijk. De belangrijkste is het verzamelen van data over je klanten. Stel je hebt een restaurant waar online gereserveerd kan worden, en deze persoon heeft allergieën of voorkeuren, kun je deze meteen toevoegen als notitie bij de naam. Zo krijgt deze klant net dat vleugje persoonlijke aandacht wat zo belangrijk is in deze wereld. Je zou ook een spaar/loyaliteitsprogramma op kunnen zetten. Zo zijn er cafetaria’s die bijvoorbeeld een tienpunten systeem hebben, waarbij elke tien euro één punt is. Bij 10 punten krijg je bijvoorbeeld een ijstaart bij je bestelling. Uiteraard kun je hier creatief mee zijn, om een passend programma bij je eigen onderneming te bedenken. Slechte beoordeling(en) belonen? Stel, iemand laat op internet een slechte reactie over je onderneming achter. Veel horecaondernemers negeren dit simpelweg, en kijken alleen naar de positieve ervaringen. Echter is uit onderzoek gebleken dat positieve ervaringen maar aan 5 mensen worden doorverteld, en slechte ervaringen maar liefst 20 keer. Door op deze slechte ervaringen te reageren, laat je zien dat je een begripvolle ondernemer bent, die open staat voor suggesties. Je zou bijvoorbeeld een ontevreden kant uit kunnen nodigen om een gratis kop koffie te komen drinken. Je toont begrip, en de klant voelt zich dan (in vrijwel ieder geval) gewaardeerd, waardoor deze slechte ervaring omgevormd tot een positieve ervaring. Misschien wordt deze klant nu zelfs wel een vaste klant! Bron: https://www.sprout.nl/persberichten/marketing-de-horeca-wat-werkt-wat-niet

Lees verder

Gemotiveerder personeel? Dit zijn dé tips!

Speel open kaart met je werknemers Door je werknemers inzicht te geven in hoeveel er bijvoorbeeld is omgezet tijdens de lunch, realiseren ze zich ook hoe waardevol ze zijn voor de onderneming. Daarnaast is het, juist als eigenaar, goed om advies te vragen aan je werknemers en om hier vervolgens ook wat mee te doen. Vraag bijvoorbeeld eens wat voor drankjes/gerechten ze graag nog zouden terugzien op de menukaart, of hoe ze denken over het interieur. Zo laat je aan je werknemers zien dat je hun mening respecteert en waardeert, en dat creëert loyaliteit ten opzichte van jou als horecaondernemer. Zorg voor duidelijke communicatie In een druk restaurant kan het al gauw uitdraaien op een fiasco als er onderling niet goed gecommuniceerd wordt. Zorg ervoor dat je goed communiceert, zowel op de werkvloer als buiten werktijden om. Wees flexibel in het ruilen van diensten, vrij vragen en het werkrooster. Maak bijvoorbeeld een WhatsApp groep aan, waarin je per week het rooster kunt delen, en waar dingen als het ruilen van diensten e.d. besproken kunnen worden. Creëer plezier, maak een speelveld van de werkvloer Niets is beter dan een hardwerkende, vrolijke medewerker. Stel bijvoorbeeld voor om een wedstrijdje te doen wie de meeste gerechten opneemt, en beloon de winnaar/winnares dan met een lekker gerechtje of (extra) drankje na het werk. Zo ontstaat er een hoop plezier onderling, en zullen je werknemers harder hun best doen om bestellingen op te nemen. Des te meer bestellingen, des te meer gerechten natuurlijk! Wees hier vrij en creatief in, om tot een passend concept voor jouw onderneming te komen. Bronnen: – https://horeko.nl/gemotiveerd-personeel/ – https://horeko.nl/haccp-in-de-horeca/

Lees verder

De belangrijkste horecatrends in 2019

Het vergemakkelijken van het betalen Sinds de introductie van contactloos betalen, blijft pinnen steeds maar populairder worden. Zo waren er vorig jaar maar liefst 13% meer betalingen ( met de pinpas ten opzichte van 2017, en er wordt verwacht dat deze stijgende lijn voortzet in 2019. Verder wordt er minder contant afgerekend, dit komt ook mede door het gemak van contactloos betalen. Er kan gemiddeld tot €50,- contactloos betaald worden, maar bij sommige banken is dit maximum gesteld op €25,-. Op deze manier kan er dus snel en veilig afgerekend worden, wat ten goede komt van de klant en de zaakhouder. Gezond en ambachtelijk eten serveren Nog een opkomende trend is het gebruik van natuurlijke (en voornamelijk gezonde) ingrediënten. Consumenten krijgen namelijk steeds meer afkeer tegen kunstmatig of reeds verwerkt eten. Koken wordt weer als een vak apart gezien, en als horecaondernemer kun je hier de vruchten van plukken. Dit komt mede door de populariteit van programma’s als Chef’s Table en Meet the Chef. Feesten zonder kater Een trend die al enkele jaren bezig is, en aan blijft houden, is het gezonder leven. Zo is het op Instagram en andere Social Media bezaaid met “#healthylifestyle” posts. Dry January, de maand waarin consumenten geen druppel alcohol drinken, wordt ook steeds populairder. De organisatie IkPas, die dit organiseren, schatten dat er dit jaar om en nabij de 100.000 mensen mee hebben gedaan. Deze drinken in die maand dan geen alcohol, maar een non-alcoholisch alternatief wordt wel gewaardeerd. Denk hierbij aan non-alcoholische cocktails, biertjes en andere mixjes. Daarnaast wordt het ook steeds populairder om geen alcohol te drinken. Mensen willen nu eenmaal graag feesten, maar het hoeft niet altijd in dronkenschap te eindigen. Door non-alcoholische dranken aan te bieden, speel je ook goed in op deze trend. Een avondje uit of “gewoon uit eten”? Een restaurant draait allang niet meer alleen om het eten, de gasten komen om iets te beleven. In de meeste restaurants is wel deels een thema/concept te ontdekken, alleen deze moet helemaal uitgevoerd worden, om de klant een unieke beleving aan te bieden. Door hier op in te spelen, en echt een beleving aan de klant te bieden, word je uniek in de ogen van je klanten. Wees zo flexibel als de gast Er wordt heel anders met tijd omgegaan dan vroeger, de meeste mensen hebben geen 9-5 mentaliteit meer. Dit geldt ook voor etenstijden. Zo eten sommige mensen in de ochtend al warme maaltijden, en genieten dan in de avond juist van een broodje ei of een omelet. Probeer dus ook om flexibel te zijn met je menu, zorg dat je de hele dag door alles van je menukaart aan kunt bieden, zodat je niemand teleur kunt stellen. Ontbijten buiten de deur zit in de lift Steeds meer consumenten ontbijten buiten de deur. De KHN (Koninklijke Horeca Nederland) heeft geconstateerd dat maar 46% van de horecaondernemers hierop inspeelt, en dat het aantal consumenten die buiten de deur eten maar blijft groeien. Om af te sluiten, be digital! Zorg ervoor dat je bestellingen digitaal opneemt, zodat deze meteen doorgestuurd kunnen worden naar de keuken. Dit scheelt tijd, en voorkomt miscommunicatie. Dit kan onder andere via de Handheld app (https://www.woby.nl/handheld-app/). Hiermee wordt een bestelling rechtstreeks doorgestuurd naar de bar/keuken, en wordt het ook meteen geregistreerd in het kassasysteem. Deze soort apps zijn te installeren op vrijwel iedere smartphone en tablet. Dit scheelt je als ondernemer ook weer aanschafkosten van mobiele apparaten voor de werknemer, aangezien de werknemer deze app gewoon op zijn/haar eigen telefoon kan installeren. Bronnen – https://www.tabletmenukaart.nl/restaurant-trends-voor-2019/ – https://www.ccv.eu/be-nl/2018/ken-jij-deze-7-horecatrends-voor-2019-al/ – https://www.lightspeedhq.nl/blog/horeca-trends-2019/#restaurant – https://www.khn.nl/website/inspiratie/trends/horeca – https://horeko.nl/5-trends-voor-de-horeca-in-2019/

Lees verder

Hoe onderscheid je je ten opzichte van andere spelers in de horeca?

Tips van Offff: Je onderscheiden in de horeca Hoe zorg je ervoor dat jouw horecazaak zich onderscheidt van de rest? Youri van Overdijk en Maarten Laan van het creatieve Rotterdamse bureau Offff helpen horecazaken hierbij op weg. ‘Je moet je gast raken in het hart. Gewoon door meer op jezelf te gaan lijken.’ Speciaal voor de horeca- & foodbranche ontwikkelde Offff de RGB-methode. ‘RGB staat voor Religie, Genen en Beleving’, vertelt Maarten Laan. ‘Drie primaire zaken die elk merk een kleur geven.’ Aan de hand van deze methode en tien merkgeboden wordt de identiteit van een horecaonderneming in kaart gebracht. ‘We willen onder meer weten waar een ondernemer in gelooft en wie hij is? Wanneer we dit helder hebben, gaan we aan de slag om een zaak een eigen identiteit te geven. Daardoor kun je je onderscheiden van de rest’, aldus Laan. –Geloof of sterf Geloof in je eigen concept. Die zorgt ervoor dat mensen zich aan je kunnen verbinden. –Voelen Je gasten denken niet, ze voelen. Welke ervaringen in een horecazaak herinner jij je nog? Degenen die jou op één of andere manier geraakt hebben. Dus om toegang te krijgen tot iemands hoofd, moeten we ze raken in het hart. –Doe het goed Perceptie is realiteit. Als je gast denkt dat iets zo is, dan is het zo. Anders gezegd: Het gevoel dat mensen hebben bij een horecazaak wordt bepaald door ervaringen die ze er hebben. Het gaat niet alleen om wat je doet, maar nog belangrijker om hoe je het doet. –Hou het simpel Mensen zijn eenvoudig. Wat je ziet is wat je krijgt. Dus zorg er dus voor dat wat je gast ziet, heel erg goed is. En laat de mensen zien wie je bent. Gasten kiezen een horecazaak zoals ze hun vrienden kiezen. Gebaseerd op onze persoonlijkheid. –Wees jezelf Mensen zullen je herinneren omdat er niemand is zoals jij. Deze iconische persoonlijkheid zorgt voor erkenning en verbinding en kan niet gekopieerd worden. –Probeer niet anders te zijn Jezelf zijn vereist moed. De bereidheid om te laten gaan wie je denkt dat je zou moeten zijn, en te zijn wie je bent. Dat is de enige manier waarop je echt een connectie kan maken met iemand. –Form Follows Fucking Function Je wilt je verhaal vertellen en mensen ervan overtuigen dat je relevant bent. Wij geloven dat jouw verhaal (functie) bepaalt hoe je eruit ziet (vorm). Je uiterlijk vertelt iets over jou. Het is het visuele deel van je persoonlijkheid. –Wees geen vreemde De beste kans om te worden herinnerd is door bereikbaarder te zijn dan een ander. Dus blijf aanwezig. Bouw een onderscheidend merkpalet dat opties biedt voor branding en communicatie in elke omgeving. Houd contact met je gast, zowel off- als online. –Verslik je niet in verandering Door telkens een kleine verandering aan te brengen sterf je een langzame dood. Wat we nodig hebben om een merk in ons geheugen te versterken, is consistentie. Hoe meer consistent je bent, hoe eenvoudiger het wordt om je te onthouden. Collega Youri van Overdijk – die eerder werkte voor merken als Bacardi, Dorrito’s en Ben & Jerry’s – vult aan: ‘Ondernemers moeten wegblijven van de gebaande paden. We helpen ondernemers hierin de route te bepalen.’ Maar hoe doe je dat in de praktijk? Van Overdijk: ‘Belangrijkste is dat een ondernemer zichzelf blijft. Jij bent namelijk uniek. Iedereen heeft wel iets opvallends, of is ergens heel erg gepassioneerd over. Je horecazaak springt eruit als je dat persoonlijke van een ondernemer verweeft in een zaak. Laat je gasten zien wie je bent. Deze iconische persoonlijkheid zorgt voor erkenning en verbinding en kan niet gekopieerd worden.’ Inspringen op iedere trend? Niet doen! Inspringen op iedere trend is volgens de mannen achter Offff niet nodig. ‘Door telkens een kleine verandering aan te brengen, sterf je een langzame dood. Wat gasten nodig hebben om je te blijven herinneren, is consistentie. Hoe meer consistent je bent, hoe eenvoudiger het wordt voor gasten om je te onthouden.’ Met deze filosofie heeft Offff al mooie merken op de kaart weten te zetten. Zo werkten zij met horecaondernemer Ron de Jong aan het succesvolle concept ‘bier en spijs paradijs De Gele Kanarie’. Youri van Overdijk en Maarten Laan werken nu ook aan het volgende concept van De Jong, genaamd Fontein, dat in juni de deuren gaat openen. Van Overdijk: ‘Een zaak die meebeweegt met het ritme van de stad, waar je van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat terechtkunt.’ Ook Robèr Willemsen werkte voor zijn al bestaande zaken samen met Offff. ‘Melief Bender is het oudste café van Rotterdam. Bij de Rotterdammers staat dat café ook echt zo bekend. Het geeft dat gevoel van verbondenheid’, vertelt Laan. Bron: https://www.missethoreca.nl/restaurant/artikel/2019/05/tips-van-offff-je-onderscheiden-in-de-horeca-101320061

Lees verder

Stijging horecaomzet!

Omzet horeca stijgt 1,8 procent in vierde kwartaal De omzet van de horeca steeg in het vierde kwartaal van 2018 met 1,8 procent ten opzichte van het vorige kwartaal, meldt het CBS. Het volume, het aantal consumpties en/of overnachtingen, steeg met 1,7 procent. De omzet van eet- en drinkgelegenheden nam met 1,7 procent toe, de omzet van logiesverstrekking met 1,9 procent. Al bijna zes jaar neemt de omzet van de horeca ieder kwartaal toe. Voor heel 2018 kwam de groei van de omzet uit op 6,9 procent. Dat is de hoogste groei na 2000. Het volume van de horeca groeide in 2018 met 3,9 procent. Omzet eet- en drinkgelegenheden stijgt Eet- en drinkgelegenheden, waaronder restaurants, fastfoodrestaurants, kantines, catering en cafés, hebben in het vierde kwartaal 1,7 procent meer omgezet dan een kwartaal eerder. Het aantal verkochte consumpties steeg met 1,4 procent. Met een stijging van 3,2 procent nam de omzet van fastfoodrestaurants het sterkst toe. Ook cafés, restaurants en kantines en cateraars hebben meer omgezet dan een kwartaal eerder. Kantines en cateraars verkochten echter wel 0,8 procent minder consumpties. Dit was de eerste volumedaling sinds een jaar. Omzet logiesverstrekking stijgt al twee jaar De omzet van logiesverstrekkers nam met 1,9 procent toe in het vierde kwartaal in vergelijking met een kwartaal eerder. Daarmee stijgt de omzet voor het achtste kwartaal op rij. De prijzen daalden licht en het volume steeg met 2,8 procent. De omzet van hotels steeg met 2 procent en het aantal overnachtingen nam met 2,3 procent toe. Hotels ontvingen eind 2018 zowel meer Nederlandse als buitenlandse gasten dan een jaar eerder. De omzet van overige logiesverstrekking, waaronder vakantiehuisjes en kampeerterreinen, steeg met 1,7 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Ondernemersvertrouwen horeca positief Het ondernemersvertrouwen in de horeca was positief aan het begin van het eerste kwartaal van 2019 en was iets hoger dan vorig kwartaal. Het personeelstekort was iets lager dan een kwartaal eerder. Aan het begin van het eerste kwartaal van 2019 gaf 28 procent van de horecabedrijven te kennen dat hun bedrijfsactiviteiten belemmerd worden door een tekort aan arbeidskrachten. Vanaf het vierde kwartaal van 2016 is dat percentage snel opgelopen. Het tekort aan arbeidskrachten blijkt ook uit de 19 duizend openstaande vacatures in de horeca aan het eind van het vierde kwartaal. Er gingen iets meer horecabedrijven failliet in het vierde kwartaal dan een jaar eerder. Bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2019/09/omzet-horeca-stijgt-1-8-procent-in-vierde-kwartaal

Lees verder

Kleine werkgevers mogen tot 2000 euro hogere onbelaste vergoedingen geven aan werknemers!

Onbelaste vergoedingen. Werkgevers kunnen vanaf 2020 tot 2000 euro hogere onbelaste vergoedingen geven aan hun werknemers. De zogenaamde werkkostenregeling, waarmee werkgevers bijvoorbeeld een kerstpakket of een bedrijfsuitje kunnen geven, wordt verruimd. Dit wordt gedaan op zo’n manier dat kleine werkgevers relatief het meeste voordeel hebben. Dit heeft de ministerraad besloten op voordracht van staatssecretaris Snel van Financiën. Het is de bedoeling dat de verruiming gaat gelden vanaf 1 januari 2020. Op dit moment mogen werkgevers tot 1,2% van het totale fiscale loon (de loonsom van alle medewerkers samen) onbelast verstrekken. Dit is de vrije ruimte. Daarbovenop kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen geven die zijn vrijgesteld, zoals voor reiskosten, een telefoon of opleidingskosten. Dit percentage wordt verhoogd naar 1,7% voor de eerste 400.000 euro van het totale fiscale loon. Dit betekent bij een loonsom van 400.000 euro dat werkgevers in de nieuwe situatie 6800 euro onbelast beschikbaar kunnen stellen in plaats van 4800 euro nu. Voor het bedrag boven 400.000 euro blijft het percentage van 1,2% gelden. Met name midden-en kleinbedrijven (mkb) hebben hier voordeel van. Daarnaast wordt de vergoeding die de werkgever aan de werknemer geeft voor het aanvragen van een verklaring omtrent gedrag (VOG) voortaan toegevoegd aan de lijst vrijstellingen. De verruiming is een uitwerking van de 100 miljoen euro die door het kabinet vorig jaar augustus beschikbaar is gesteld voor lagere lasten op arbeid voor het mkb. De verruiming is in nauw overleg met vertegenwoordigers van het mkb vormgegeven. Vanaf 2020 profiteert vooral de ‘kleine’ werkgever in de horeca van de voorgenomen verruiming. Het percentage van 1,2% wordt dan verhoogd naar 1,7% voor de eerste € 400.000 aan fiscaal loon. Rekenvoorbeeld: Bij een loonsom van € 400.000 heeft u vanaf 2020 maar liefst € 6.800 onbelast te geven in plaats van de huidige € 4.800. Boven de € 400.000 blijft het percentage van 1,2% van toepassing. Betaalt u bijv. in 2020 nog steeds € 10.000 aan vergoedingen en verstrekkingen, dan betaalt u de eindheffing van 80% over € 10.000 -/- € 6.800. Per saldo betaalt u dan € 3.200 x 80% = € 2.560. Dit is € 1.600 minder dan voorheen (€ 4.160). Profiteer van de 1,7% vrije ruimte in 2020 alvast in 2019 en schuif vergoedingen plus verstrekkingen of een personeelsfeest bijv. door naar 2020 als u toch over de grens van 1,2% (2019) heen dreigt te gaan dit jaar   Bron: Rijksoverheid

Lees verder

Btw-verhoging wel of niet doorberekenen, twijfelt u nog?

MENUKAARTPRIJS EN DE BTW VERHOGING! Er blijken nog steeds horecaondernemers te zijn die twijfelen over het (deels) doorberekenen van de btw-verhoging van het lage tarief van 6 naar 9% vanaf januari dit jaar. Belang. Cijfermatig lijkt het belang klein. Want op een kop koffie van € 2,50 (prijs 2018 incl. 6% btw) betekent doorberekenen naar een prijs incl. 9% btw een kaartprijs van (afgerond) € 2,57, in de praktijk dan veelal afgerond op € 2,60 (of € 2,55). Bij 50.000 kopjes koffie per jaar spreek je dan toch al gauw over € 3.500 extra als het doorberekend wordt. Neemt u de overige omzetgroepen (van het lage tarief) daarbij in aanmerking, dan wordt het belang ineens toch best groot. Kosten gestegen? U dient natuurlijk ook de kostenkant te checken of de prijzen niet zijn gestegen. Als uw koffieleverancier zijn prijzen (i.v.m. de btw-verhoging) verhoogt en daarbij de zaken naar boven afrondt en er misschien ook nog een indexatie plaatsvindt op de koffiebonen, dan zult u ondanks uw btw-opslag van € 0,07 per kop koffie minder winst realiseren. Kijk dus ook naar die kosten en effecten. Kijk bij uw afweging om de btw-verhoging van 3% al dan niet door te berekenen ook naar de kostenkant. Stijgen die inkoopkosten namelijk ook, dan is een algehele prijsaanpassing wellicht wel raadzaam.

Lees verder

indeplaatsstelling van een nieuwe huurder

indeplaatsstelling U wenst uw onderneming te verkopen aan een gegadigde die daar een fors bedrag voor wilt betalen, bijvoorbeeld omdat u binnenkort de pensioensgerechtigde leeftijd bereikt. Uiteraard staat het u vrij uw onderneming te verkopen. Als u echter de ruimte van de exploitatie huurt en niet in eigendom heeft,  heeft u echter wel de medewerking van de verhuurder nodig. Deze wordt immers geconfronteerd met een hele nieuwe huurder. Als de verhuurder niet meewerkt, bestaat er voor de huurder de mogelijkheid via de rechter een zogenaamde ‘indeplaatsstelling’ af te dwingen. Wil de rechter toestemming voor de indeplaatsstelling geven, dan moet er sprake zijn van het navolgende: er moet sprake zijn van een overdracht van het in het gehuurde uitgeoefende bedrijf; de huurder moet een zwaarwichtig belang hebben bij de indeplaatsstelling; nieuwe huurder moet voldoende waarborgen bieden voor volledige nakoming van de huurovereenkomst en voor een behoorlijke bedrijfsvoering.   Ad 1: bedrijfsoverdracht Wil er sprake zijn van “bedrijfsoverdracht” dan is daarvoor een daadwerkelijke eigendomsoverdracht noodzakelijk. Het verpachten of verhuren van een bedrijf aan een derde is derhalve niet aan te merken als een bedrijfsoverdracht. Ook het overdragen van aandelen wordt in het geval van een indeplaatsstelling niet als bedrijfsoverdracht aangemerkt. Bij overdracht van een bedrijf gaat het er dus om dat er bijvoorbeeld goodwill, klantenbestand, inventaris en/of handelsnaam wordt overgedragen. Let op!: indien de overgedragen onderneming verlies draait, geen goodwill heeft en de indeplaatsstelling alleen wordt aangewend om de koper van de onderneming de huurrechten te verschaffen, dan wordt dit niet aangemerkt als bedrijfsoverdracht. Ook als de exploitatie van uw onderneming een aflopende zaak is en de overdracht slechts de aanwezige boedel betreft, kan er niet vaak worden gesproken van overdracht van een bedrijf. Het moet dus gaan om overdracht “in het gehuurde uitgeoefende bedrijf”. Als er bijvoorbeeld een kaaswinkel in het gehuurde is gevestigd en de huurder wil zijn onderneming verkopen aan een kapper, dan is er in principe geen sprake van de overdracht van de in het gehuurde geëxploiteerde onderneming. Om te bepalen of er sprake is van een bedrijfsoverdracht, speelt de contractuele bestemming van het gehuurde die is opgenomen in de huurovereenkomst een grote rol. Indien in de huurovereenkomst bijvoorbeeld staat dat de bestemming ‘restaurant’ is, dan zou de overdracht aan een cafe niet mogelijk zijn. Het Hof in Den Bosch heeft in 1995 bepaald dat er wel enige vrijheid bestaat voor de nieuwe koper c.q. opvolgend huurder om de exploitatie aan te passen aan een gewijzigde verkoopformule, dan wel een ander assortiment te hanteren. Van belang in deze kwestie was wel dat de omschrijving in de huurovereenkomst vrij ruim was omschreven, namelijk “levensmiddelensupermarkt”.  Een Albert Heijn hanteert een andere verkoopformule en assortiment dan bijvoorbeeld de Lidl, maar is nog steeds een levensmiddelensupermarkt. Tip: let er dus bij het opstellen van de huurovereenkomst al op wat de omschrijving van de bestemming wordt. Hoe ruimer deze is omschreven, hoe beter dit voor de huurder is.  Andersom geldt: hoe explicieter omschreven, des te meer mogelijkheden voor de verhuurder bestaan om de indeplaatsstelling te weigeren. Ad 2: zwaarwichtig belang voor huurder bij bedrijfsoverdracht: Er is bijvoorbeeld sprake van een zwaarwichtig belang als een bepaalde koper bereid is een hoge koopprijs te betalen die de zittende huurder anders niet meer zal ontvangen. Tevens kan het bereiken van een pensioensgerechtigde leeftijd van de zittende huurder een rol spelen. In het algemeen is te zeggen dat een financieel belang van betekenis is. Ook ziekte van de zittende huurder kan een zwaarwichtige omstandigheid zijn. Ad 3: het bieden van voldoende waarborgen Zoals gesteld is deze eis voor indeplaatsstelling tweeledig:  Niet alleen dient er een waarborg te worden gegeven voor een behoorlijke nakoming van de huurovereenkomst door de nieuwe huurder;  voorts dient de nieuwe huurder waarborg te bieden voor een behoorlijke bedrijfsvoering. Waarborg voor nakoming huurovereenkomst Hieronder wordt veelal de financiële gegoedheid van de opvolgend huurder verstaan. Tip: stel voldoende zekerheid. Bijvoorbeeld 3 maanden door de zittende huurder en 3 maanden door de nieuwe huurder. Een enkele borgstelling is vaak onvoldoende. Waarborg voor behoorlijke bedrijfsvoering: Hierbij is bijvoorbeeld de ervaring van de nieuwe huurder van belang. In het geval het een horecaondernemer, zou bijvoorbeeld de CV van de nieuwe huurder kunnen worden toegezonden, waaruit blijkt dat hij voldoende horeca-ervaring heeft, in die zin dat opvolgend huurder niet alleen ober is geweest. Voorts kunnen in de horeca bijvoorbeeld diploma’s in het kader van Sociale Hygiëne een rol spelen. Moment waarop de indeplaatsstelling gevorderd moet worden De onderhandelingen tot verkoop van de onderneming worden vaak al gevoerd, op het moment dat partijen zich realiseren dat de verhuurder ook nog moet instemmen met de indeplaatsstelling. Het is niet raadzaam uw verzoek tot het indeplaatsstelling bij de rechter in te dienen op het moment dat de nieuwe huurder al exploiteert en u al bent vertrokken. Dit levert namelijk een ernstige wanprestatie van de huurovereenkomst op, als gevolg waarvan de verhuurder ontbinding van de huurovereenkomst kan vorderen. Beter is het verhuurder al in een vroegtijdig stadium van de onderhandelingen erbij te betrekken. Voor huuradvies kunt u een van onze makelaars benaderen.

Lees verder

Huur horecapand | Huurprijsaanpassing, hoe gaat dat in zijn werk?

HUUR HORECAPAND Huurprijsaanpassing, hoe gaat dat in zijn werk? Als u een huurcontract aangaat, is de huurprijs natuurlijk een belangrijk punt. Maar kunt u nog iets als u na een tijdje vindt dat de huur te hoog is? En mag de verhuurder de huur zomaar verhogen als hij vindt dat die te laag is? Huurprijs bij de start. Bij het aangaan van de huurovereenkomst onderhandelt u natuurlijk met de verhuurder over de hoogte van de huur. Als u dan later van collega’s hoort dat zij voor een vergelijkbaar pand véél minder betalen, heeft u pech. Zit u er dan voor altijd aan vast of kunt u nog iets? Tip. Raadpleeg de plaatselijke horecamakelaar als u voor het eerst gaat huren. Hij kan u vertellen of de huurprijs reeël is. Huurprijs tijdens de looptijd Verboden te verhogen. Tijdens de looptijd van het huurcontract (normaal gesproken dus vijf jaar) kan de huurprijs – behalve met de gebruikelijke indexering – niet worden aangepast. Als u de huurprijs te hoog vindt, zult u een zogenaamde ‘huurprijstoetsingsprocedure’ moeten volgen. Hetzelfde geldt voor de verhuurder als hij de huur te laag vindt. Tip. U hoeft niet akkoord te gaan met een huurverhoging hoger dan de indexeringen. De huurprijstoetsingsprocedure? Hoe werkt dat? Voordat u (of de verhuurder) een huurprijstoetsingsprocedure kunt starten, zal er een deskundigenadvies moeten zijn. In zo’n advies geeft een deskundige een oordeel of de huurprijs verhoogd of verlaagd moet worden. De bedoeling is gewoon dat huurder en verhuurder het onderling eens worden over de nieuwe huurprijs. Markthuurwaarde. In een huurprijstoetsingsprocedure wordt niet gekeken naar de actuele markthuurwaarde van omliggende panden. Toetsing. In zo’n toetsingsprocedure wordt de huurprijs van het pand vergeleken met huurprijzen van vergelijkbare ruimtes ter plaatse zoals die de afgelopen vijf jaar zijn geweest. Het is dus geen momentopname! Tip. Informeer altijd bij een deskundige naar de gemiddelde huur over de afelopen jaren. Wanneer kan er getoetst worden? Tijdens de looptijd kan de huurprijs op de volgende momenten worden aangepast: na afloop van de overeengekomen duur. Als de looptijd 25 jaar is, zullen u en de verhuurder die periode moeten afwachten. Meestal duurt een contract echter vijf jaar (met een optie van vijf nieuwe jaren); in alle andere gevallen is huurprijstoetsing mogelijk vijf jaar nadat partijen een nieuwe huurprijs hebben afgesproken of vijf jaar nadat de kantonrechter een nieuwe huurprijs vaststelde. Tip. Probeer een lange looptijd af te spreken als u een hele lage huurprijs heeft afgesproken. De verhuurder kan in die periode dan de huur niet aanpassen. Nadeel is dat u tijdens de looptijd ook niet kunt opzeggen als het tegenvalt. Is de brouwer daar goed mee? Onderhuur van de brouwerij komt veel voor. U bent dan onderhuurder en de brouwer is hoofdhuurder. Hoe zit het als de brouwer een huurprijstoetsingsprocedure start tegen de échte eigenaar van het pand en de huurprijs wordt verlaagd? Niet vanzelf. Helaas profiteert u daar niet automatisch van. U huurt immers van de brouwer! Als u ook een lagere huurprijs wilt, zult u op uw beurt de huurprijstoetsingsprocedure moeten volgen. Tip. Neem in de onderhuurovereenkomst op dat de huurprijs wordt aangepast als de huur voor de hoofdhuurder wordt aangepast. Het verlagen of verhogen van de huurprijs kan niet zomaar, behalve dan met de gebruikelijke indexering. Aanpassen kan alleen als het contract afloopt én als vergelijkbare panden de laatste vijf jaar goedkoper waren. Probeer een lange looptijd af te spreken als u een hele lage huurprijs heeft afgesproken

Lees verder

Lijfrente, wat u destijds niet kon aftrekken is later onbelast

Lijfrente Stel, u heeft voor uw oude dag een lijfrente afgesloten. Dan komt het voor dat u over uw latere uitkering niet altijd volledig inkomstenbelasting hoeft te betalen. Dat klinkt natuurlijk interessant, maar wanneer speelt dit en hoe werkt dat dan? Wat is aftrekbaar?  Premies die u betaalt en stortingen die u doet voor een lijfrenteverzekering mag u als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in mindering brengen op uw belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1). Let op 1. De lijfrentepremies of stortingen kunt u alleen aftrekken in het jaar dat u ze heeft betaald, als u in dat jaar voldoende jaarruimte of reserveringsruimte heeft. Let op 2. Over de uitkeringen of afkoopsommen van een lijfrenteverzekering betaalt u belasting in box 1. Hoeveel mag u aftrekken? U mag alleen een bedrag aftrekken voor premies of lijfrentestortingen als u een aantoonbaar pensioentekort heeft. Voorbeeld. Stel, u heeft in 2017 een pensioentekort van € 1.500,-. U heeft dan in 2018 een jaarruimte van € 1.500,- en mag tot maximaal dit bedrag aan premies en stortingen aftrekken. Heeft u voldoende jaarruimte?  De jaarruimte is het maximale bedrag dat u mag aftrekken als lijfrentepremie om een tekort in uw pensioenopbouw aan te vullen. Voor de berekening van de jaarruimte 2018 kunt u het beste contact opnemen met uw financieel adviseur. Maximum. Voor 2018 bedraagt de maximale jaarruimte € 12.362,-. Let op. Heeft u op 1 januari van een jaar de AOW-leeftijd bereikt? Dan kunt u vanaf dat jaar geen gebruik meer maken van de jaarruimte. Tip. U mag dan nog wel gebruikmaken van de reserveringsruimte. Reserveringsruimte? De niet-gebruikte jaarruimte (reserveringsruimte) is de ruimte die u nog niet gebruikt heeft. Voor 2018 is dat het totaal van de jaarruimten 2011 t/m 2017. Let op. Heeft u nog niet-gebruikte jaarruimte in 2011, dan mag u deze alleen nog in 2018 gebruiken. Tip. Voor 2018 bedraagt de maximale reserveringsruimte € 7.167,-. Bent u echter op 1 januari 2018 10 jaar jonger dan de AOW-gerechtige leeftijd? Dan bedraagt de maximale reserveringsruimte € 14.039,-. Tip. Heeft u jaarruimte én reserveringsruimte? Benut dan eerst de reserveringsruimte. Destijds te weinig aftrekruimte … … is later meer onbelast vangen. Heeft u premies betaalt die u niet heeft kunnen aftrekken door te weinig aftrekruimte? Dan bent u niet over de hele lijfrente-uitkering inkomstenbelasting verschuldigd. U betaalt immers pas belasting als de uitkeringen hoger zijn dan de premies of stortingen die u niet heeft afgetrokken. Saldoverklaring. Vraag bij de Belastingdienst dan een zgn. saldoverklaring aan. Hierbij moet u rekening houden met het maximumbedrag voor niet-afgetrokken premies en stortingen in 2010 of later (€ 2.269,- per jaar). Let op. Voor premies en stortingen in 2009 of eerder geldt geen maximum

Lees verder

Te hoge huur voor uw horecapand!

Te hoge huur horecapand ten opzichte van collega? Als u een horecaruimte huurt, kan het lonen om uw maandelijkse huur eens te vergelijken met een andere horecaondernemer in uw straat. De wet biedt voor horecaruimten nl. het recht om de huurprijs te corrigeren. Hoe werkt dit? Huurherziening.De huurprijs die u destijds bent overeengekomen, hoeft niet altijd voor de volledige duur van de overeenkomst te gelden. Het is namelijk mogelijk om de huurprijs na afloop van de eerste periode of op een later moment te verlagen c.q. te verhogen naar het prijsniveau van vergelijkbare horecaruimten ter plaatse. Verhuizen geen optie.Omdat horecaondernemers voor hun omzet afhankelijk zijn van de locatie van hun bedrijf, is verhuizen dan ook in veel gevallen geen optie. Als verhuizen en stoppen geen optie zijn, dan moet u dus wat ondernemen om de prijs aan te passen. De wet biedt gelukkig beide partijen de mogelijkheid om de kale huurprijs aan te passen. Huurprijs toetsen Als u het vermoeden heeft dat uw huurprijs niet aansluit bij die van vergelijkbare horecabedrijven in de buurt, dan kunt u het beste navraag doen bij horecabedrijven in uw straat. Wilt u daarvoor niet bij uw concurrenten aankloppen, dan kunt u dit bijv. ook navragen via een horecamakelaar. Als blijkt dat uw huurprijs substantieel afwijkt van vergelijkbare horecapanden zonder dat daar een reden voor is, kunt u de verhuurder vragen samen een deskundige in te schakelen om daarover een advies uit te brengen. Liever niet, maar …Komt u er samen niet uit, dan kunt u bij de kantonrechter vorderen dat er een deskundige wordt benoemd om een advies over de huurprijs uit te brengen. Een huurherziening loont maandelijks al gauw, omdat een huurvermindering op jaarbasis en gerekend over meerdere jaren flink kan schelen. Voorbeeld.U huurt 300m2horecaruimte. Huurprijs per maand: € 300,-/m2excl. btw. Een collega-horecaondernemer huurt bij u in de straat een gelijkwaardig pand voor de prijs van € 200,-/m2excl. btw. Kunt u een huurherziening van € 100,- per maand afdwingen, dan levert dat u per saldo 12 x € 100,- = € 1.200,- x 5 jaar toch even € 6.000,- op! Kantonrechter stelt huur vast Zowel de huurder als de verhuurder kunnen bij de rechter vorderen dat deze de huurprijs vaststelt. Bij de vaststelling van de huurprijs kijkt de rechter naar het gemiddelde van de huurprijzen van vergelijkbare horecapanden ter plaatse over een periode van vijf jaren voorafgaand aan de dag waarop de huurvordering werd ingesteld. Hoe?De huurprijs kan pas na verloop van de eerst bepaalde duur van de huurovereenkomst opnieuw worden vastgesteld. Vaak is dit vijf jaar. Een contract van 5 + 5 jaar is namelijk het wettelijke uitgangspunt. Als de huurovereenkomst echter voor de periode 2 + 3 + 5 jaar wordt afgesloten, dan kan de huurprijs al na 2 jaar (namelijk de eerst bepaalde duur) worden aangepast. Nadat de rechter de huurprijs heeft vastgesteld, geldt deze met ingang van de dag waarop het verzoekschrift bij de rechtbank is ingediend. Bij buitengewone omstandigheden kan het zijn dat de rechter een andere ingangsdatum vaststelt. Proceskosten.De kosten van het verzoekschrift en voor het inschakelen van een deskundige zijn proceskosten. Als de rechter in uw voordeel beslist, kunt u deze kosten (deels) vergoed krijgen van de tegenpartij, maar dat is geen garantie. Als blijkt dat uw huurprijs substantieel afwijkt van vergelijkbare horecapanden zonder dat daar een reden voor is, kunt u uw verhuurder vragen om samen een deskundige in te schakelen voor het bepalen van een wél passende huurprijs. Komt u er samen niet uit, dan zult u naar de kantonrechter moeten. Voor advies kunt u een van onze makelaars inschakelen. Zij hebben een goed beeld van de meeste horecapanden en m2 huurprijzen.

Lees verder

Tip m.b.t. drank- en horecavergunning

Voorzieningenrechter straft te late aanvraag drank- en horecavergunning af Stel u wilt een horecazaak overnemen. Als deze horecazaak op het moment van overname geëxploiteerd wordt, heeft u er als koper uiteraard belang bij dat die exploitatie zonder onderbreking wordt voortgezet. Echter dient u in beginsel voor het exploiteren van een horecazaak waar alcohol verkocht wordt op grond van de Drank- en horecawet over een drank- en horecavergunning te beschikken en daarnaast in veel gemeenten over een exploitatievergunning. De wettelijke termijn waarbinnen op een aanvraag drank- en horecavergunning beslist moet worden is drie maanden. Normaliter zou dat betekenen dat gedurende drie maanden niet geëxploiteerd mag worden bij een overname. Men mag niet van de reeds afgegeven drank- en horecavergunning gebruik maken omdat deze persoonsgebonden is. Uiteraard betekent het (tijdelijk) stopzetten van de exploitatie een aanzienlijke kostenpost. In een behoorlijk aantal gemeenten, waaronder Amsterdam en Rotterdam, is daarom, om de koper van een horecaonderneming tegemoet te komen, in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) de mogelijkheid opgenomen om bij een overname als het ware op de exploitatievergunning van de vorige exploitant te exploiteren. In Amsterdam geldt de regel dat binnen 2 weken aan het bestuur moet worden doorgegeven dat de zaak is overgenomen, en binnen 4 weken na overname de nieuwe exploitant zijn exploitatievergunning dient te hebben aangevraagd. Wordt daaraan voldaan dan mag in die zin (als het ware) de exploitatie op de vergunning van de vorige exploitant plaats vinden. De overgangsbepaling in de APV van Amsterdam is volgens de toelichting bedoeld om het de nieuwe exploitant mogelijk te maken om snel met de exploitatie te kunnen beginnen waardoor er zo min mogelijk omzetverlies en dus schade wordt geleden. De Drank- en horecawet heeft een dergelijke overgangsregeling bij overname evenwel niet. In (o.a.) Amsterdam wordt dan ook in feite het gemis van een drank- en horecavergunning in dat geval gedoogd. Ingeval gemeenten niet werken met een exploitatievergunning dan wel geen overgangsregeling kennen betekent dat in feite dat, wordt de letter van de wet gevolgd, er bij overname van een alcohol schenkende zaak er per definitie een aantal maanden niet kan worden geëxploiteerd. Dat is uiteraard, voor de eerlijke ondernemer, een hard financieel gelag. Onlangs heeft een voorlopige voorzieningenrechter in een dergelijke kwestie uitspraak gedaan. In deze casus werd een lopende horecazaak overgenomen en vroeg de nieuwe exploitant pas ruim een maand na overname de drank- en horecavergunning aan. In die periode werd door de gemeente geconstateerd dat zonder drank- en horecavergunning werd geëxploiteerd waarop de burgemeester tot sluiting van de zaak is overgegaan. Tegen dit handhavingsbesluit is vervolgens bezwaar gemaakt en tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingesteld ten einde het handhavingsbesluit te schorsen. Daarbij stond vast dat de horecazaak aan alle inrichtingsvereisten voldeed, het bestuur over alle vereiste papieren beschikte en de Wet Bibob niet ten grondslag lag aan het besluit tot handhaving. De overname was in die zin met name een ‘papieren’ overname. In dat verband is in deze kwestie ook gewezen op het limitatief imperatief stelsel van de Drank- en horecawet waarbij slechts op grond van een aantal limitatief opgesomde gronden de vergunning geweigerd kan worden. Deze gronden deden zich aantoonbaar niet voor, waardoor er volgens de ondernemer concreet zicht op legalisatie bestond en sluiting niet aan de orde kon zijn. De voorzieningenrechter oordeelde echter anders. Geoordeeld werd dat er weliswaar een aanvraag is ingediend, maar dat de gegevens van het Bureau Kredietregistratie en de Belastingdienst nog ontbraken. Reden genoeg volgens de rechter de voorlopige voorziening niet toe te wijzen. Het achterhalen van deze gegevens is echter een standaard procedure, waarbij er kennelijk van moet worden uitgegaan dat elke ondernemer in deze zin niet zal voldoen. De nieuwe ondernemer wordt dus nooit het voordeel van de twijfel gegund. En dat terwijl de weigeringsgronden uit de Drank- en horecawet zich niet voordoen! De voorzieningenrechter oordeelde voorts dat het niet tijdig indienen van de aanvraag drank- en horecavergunning voor rekening en risico van de nieuwe exploitant dient te blijven. Mogelijk kan het de ondernemer in bovengenoemde kwestie worden tegengeworpen dat hij pas een maand na overname de aanvraag heeft ingediend, echter speelt bij het tijdig aanvragen altijd het verhaal van ‘de kip en het ei’. Immers kan nooit een complete aanvraag worden ingediend drie maanden vóór de overname. De huur- of koopovereenkomst is dan bijvoorbeeld nog niet getekend, wat wel één van de indieningsvereisten is. Sterker nog, zonder het overleggen van deze gegevens zal de aanvraag buiten behandeling worden gelaten indien deze drie maanden van te voren wordt aangevraagd en pas wordt aangevuld op het moment dat de overname concreet is. Feitelijk is het dan ook pas mogelijk een aanvraag in te dienen op het moment dat daadwerkelijk overgenomen is. Zonder overgangsregeling betekent dit onherroepelijk sluiting van minimaal drie maanden. Want aan de termijn genoemd in de Drank- en horecawet houdt menig gemeente zich niet, is de ervaring. Wordt de lijn die de voorzieningenrechter hier uitstippelt gevolgd, dan heeft dat voor alle horecaondernemers en toekomstige horecaondernemers in gemeenten waarin geen overgangsregeling wordt toegepast negatieve financiële gevolgen. De verkopende ondernemer moet er immers rekening mee houden dat de koper de sluiting van drie maanden in de aankoopprijs zal verdisconteren. En de partij die overneemt ziet zijn lopende zaak geconfronteerd met minimaal drie maanden sluiting waardoor hij het risico loopt als horecazaak ‘vergeten’ te worden en opnieuw moet beginnen met het opbouwen van een naam en publiek. Tip Zaak is dan ook om bij het overnemen van een horecazaak hierover ruim van te voren met de gemeente te communiceren en de mogelijkheden te bespreken om, hoewel nog niet op de aanvraag drank- en horecavergunning kan worden beslist, toch door te mogen exploiteren. In bepaalde gevallen zal daar echter niet altijd tijd voor zijn omdat voor de verkoop snel gehandeld moet worden. Ook dan is het zaak om dit zoveel als mogelijk met de gemeente te communiceren. Wij als horecamakelaar hebben vaak contact met de diverse gemeentes en kunnen dit als geen ander voor u regelen.

Lees verder

Arbocontract personeel | verandering per 1 juli 2018

VOORKOM BOETE! Per 1 juli 2018 gelden er meer voorwaarden aan een arbocontract. U wilt als horecawerkgever natuurlijk niet tegen boetes en bonje aanlopen. Wat speelt er? Waarom een nieuw arbocontract? Omdat er in de contracten tussen arbodienstverleners, bedrijfsartsen en werkgevers grote verschillen bestaan, worden er per 1 juli 2018 minimumeisen gesteld aan een arbocontract. In dit nieuwe basiscontract worden de bestaande wettelijke taken, zoals verzuimbegeleiding, RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie) en het Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek aangevuld met de bepalingen uit de nieuwe wetgeving. Nieuwe Arbowet per 1 juli: Belangrijkste wijzigingen op een rij Nieuwsbericht | 30-06-2017 | 15:51 Morgen – zaterdag 1 juli 2017 – verandert de Arbeidsomstandighedenwet. Daarmee veranderen een aantal regels rond gezond en veilig werken. De vernieuwde wet heeft gevolgen voor de werkgever, de werknemer, de bedrijfsarts en de preventiemedewerker, maar ook voor het medezeggenschapsorgaan in de vorm van een ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT). Wat verandert er precies? De belangrijkste wijzigingen in de arbeidsomstandighedenwet op een rij: Basiscontract: Een van de belangrijkste punten van de nieuwe Arbowet is de invoering van het basiscontract. Het basiscontract stelt minimumeisen aan het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers, onder andere over de toegang tot de werkvloer en de second opinion. Open spreekuur: In de nieuwe Arbowet moet de werkgever ervoor zorgen dat de werknemer de bedrijfsarts kan bezoeken als hij vragen heeft over zijn gezondheid in relatie tot het werk, ook als de werknemer nog niet verzuimt of klachten heeft. Dit kan bijvoorbeeld via een open spreekuur. Vrije toegang werkvloer: De bedrijfsarts moet iedere werkplek kunnen bezoeken om zo het bedrijf beter te leren kennen. Dit geeft de bedrijfsarts goed inzicht in de arbeidsomstandigheden en de belasting in het werk. Second opinion: Indien de werknemer twijfelt aan de juistheid van het door de bedrijfsarts gegeven advies, kan de werknemer een second opinion van een andere bedrijfsarts aanvragen. Bedrijfsartsen moeten zo’n verzoek altijd honoreren, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om het niet te doen. De second opinion wordt door de werkgever betaald. Melden beroepsziekten: Het basiscontract stelt dat de bedrijfsarts beroepsziekten moet kunnen melden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) en hier dus ook tijd aan moet kunnen besteden. Klachtenprocedure: Iedere bedrijfsarts moet een klachtenprocedure hebben zodat een werknemer een klacht kan indienen. Dit geldt vanaf nu voor alle bedrijfsartsen, ook als zij niet werkzaam zijn bij een gecertificeerde arbodienst en bijvoorbeeld werken als zelfstandig bedrijfsarts. Duidelijkere rol preventiemedewerker: Naast de bedrijfsarts krijgt ook de preventiemedewerker een stevigere rol in de nieuwe Arbowet. De benoeming van de persoon en de positie van de preventiemedewerker in de organisatie zal nu met instemming van de OR of PVT plaatsvinden. Overgangsperiode Nieuwe contracten die na 1 juli 2017 worden afgesloten moeten meteen voldoen aan de nieuwe regels. Voor bestaande contracten geldt een overgangsperiode: werkgevers en arbodienstverleners krijgen tot 1 juli 2018 de tijd om de contracten aan te passen. Wie controleert er? De Inspectie SZW van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) controleert op de aanwezigheid, de inhoud en de naleving van het basiscontract. Uitleg in videopresentatie SZW Let op!! Bent u in gebreke? Dan kan de Inspectie SZW optreden door bijvoorbeeld een boete op te leggen. Daar zit u niet op te wachten. Wat doet u? Doorgaans zorgt de arbodienst ervoor dat het contract voldoet aan de wettelijke eisen. Met onze checklist kunt u dat controleren en ziet u ook meteen welke dienstverlening wettelijk niet verplicht is. U bent dan vrij om die wel of niet in het contract op te nemen. Voorkom het risico op boetes. U heeft tot 1 juli 2018 de tijd om uw arbocontract aan de nieuwste wettelijke regels aan te laten passen. Download de checklist.

Lees verder