Werktijdverkorting en mogelijke opschaling voor de horeca!

1. Werktijdverkorting en mogelijke opschaling

2. Verruiming van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

3. bijzonder uitstel van betaling in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting.

 

Ad1.  Werktijdverkorting en mogelijke opschaling

Bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus en aan alle voorwaarden voldoen, kunnen in aanmerking komen voor de huidige regeling werktijdverkorting.

Werktijdverkorting is een bestaande regeling waar bedrijven een beroep op kunnen doen die door een calamiteit tijdelijk een verlies van werkuren hebben. Oftewel: er is tijdelijk geen werk meer voor (een deel) van het personeel door omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen. Deze calamiteit moet ten minste twee weken en maximaal 24 weken voor werkuitval zorgen. Ook moet er voor minstens twintig procent van het personeel geen werk meer zijn. Voor dat deel van het personeel kunnen werkgevers dan een beroep doen op de werkloosheidsuitkering (WW). De medewerkers om wie het gaat spreken dan hun WW-rechten aan. Ze moeten daarom wel WW-rechten hebben opgebouwd.

Bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wordt momenteel met veel inzet gewerkt aan het uitvoeren en opschalen van de regeling voor werktijdverkorting. Op dagelijkse basis wordt door SZW bekend gemaakt hoeveel aanvragen zijn ingediend, welke zijn gehonoreerd en welke zijn afgewezen. Het aantal ingediende aanvragen bedraagt inmiddels 1700 (stand 11 maart 2020). Voor het opschalen van de verwerking van de aanvragen zijn bij SZW extra mensen ingezet. Ook bij het UWV wordt gewerkt aan vergroting van de verwerkingscapaciteit. Uitgangspunt bij de uitvoering van de regeling is dat de aanvrager verantwoordelijk is voor de correctheid van de aangeleverde gegevens en de naleving van de voorwaarden voor de regeling. Voor het geval de capaciteit

Chief Economist

Directie Algemene Economische Politiek

Ons kenmerk

 

 

voor de uitvoering van de regeling voor werktijdverkorting onvoldoende mocht blijken, wordt gekeken naar andere mogelijkheden.

Zzp’ers kunnen, omdat zij geen personeel in dienst hebben, geen beroep doen op de regeling voor werktijdverkorting. Zzp’ers die door de uitbraak van het coronavirus in de problemen komen, kunnen een beroep doen op het Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004) wanneer zij aan de voorwaarden voor deze regeling voldoen. Het Bbz wordt uitgevoerd door gemeenten. Zzp’ers die een beroep willen doen op het Bbz dienen zich te wenden tot de gemeente waar zij staan ingeschreven.

Ad 2. Verruiming van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

Bedrijven – en met name het mkb – kunnen in liquiditeitsproblemen komen als gevolg van het coronavirus en bredere economische effecten. Banken en andere financiers kunnen bedrijven helpen door tijdelijke verstrekking van een overbruggingskrediet of een ophoging van het Rekening Courantkrediet (RC- krediet). Ook opschorting van aflossingen van bestaande kredietlijnen is een mogelijkheid die financiers zelf kunnen treffen. Indien de problemen toenemen kunnen maatregelen nodig zijn om mkb’ers te ondersteunen.

De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) streeft er daarom naar om per eind maart met een tijdelijke verruiming van de BMKB de risico’s mitigeren, zodat bedrijven met een gezond toekomstperspectief gefinancierd kunnen blijven. Dit na consultatie van de Nederlandse Vereniging van Banken en het bedrijfsleven. Met de BMKB staat de overheid voor een deel borg voor bedrijven die een lening willen afsluiten, maar aan de betrokken financier (met name banken) niet genoeg zekerheden kunnen bieden.

De bedrijven die worden geraakt door de gevolgen van het coronavirus en daardoor in liquiditeitsproblemen komen, kunnen tijdelijk rekenen op extra gunstige voorwaarden onder de BMKB. Er komt een nieuwe tijdelijke (geldig tot 1 april 2021) maatregel – die voor de brede doelgroep mkb-bedrijven zal worden ingezet – waarmee de Staat een hoger garantieaandeel aanbiedt in de BMKB. In de huidige regeling betreft het borgstellingskrediet 50% van het krediet dat de financier (vaak een bank) verstrekt. De borg van de overheid bedraagt 90% van dit borgstellingskrediet. Voor deze maatregel wordt de omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB verhoogd van 50% naar 75%. Deze maatregel kan benut worden door bedrijven en is bestemd voor overbruggingskrediet of verhoging rekening courant-krediet bij een financier, met een maximale looptijd van 1 jaar. Ook een aantal overige voorwaarden in de BMKB zal worden versoepeld. Dit helpt bedrijven om aan hun dagelijkse betaalverplichtingen te kunnen blijven voldoen. De totale kosten van deze maatregel in de BMKB worden geraamd op tussen de 20 en 25 miljoen euro.

Verder is transparante communicatie vanuit de overheid richting de ondernemer van belang om onduidelijkheden te voorkomen. Daarom heeft het kabinet nauw contact met brancheverenigingen, ondernemersverenigingen VNO-NCW en MKB- Nederland en de Kamer van Koophandel. Ondernemers zijn zelf ook heel alert. Dat is goed. Natuurlijk kunnen zij ook vragen hebben. Het kabinet vindt het belangrijk

Chief Economist

Directie Algemene Economische Politiek

 

dat zij op een centrale plek terecht kunnen. Naast de informatie op de websites Rijksoverheid.nl/coronavirus en het RIVM kunnen zij ook bellen met het adviesteam van de Kamer van Koophandel via telefoonnummer 0800-2117. De informatievoorziening aan ondernemers wordt voortdurend aangevuld en aangescherpt op basis van de binnengekomen vragen. Datzelfde geldt voor de informatievoorziening over arbeidsomstandigheden. Werkgevers hebben vele praktische vragen over hoe de algemene richtlijnen van het RIVM naar de concrete situatie op de werkvloer vertaald kunnen worden. Bedrijfsartsen, arbodiensten of de arbo-kerndeskundigen kunnen de werkgever bij die vertaalslag helpen. SZW is in overleg met deze arbo-professionals om de informatievoorziening zo goed mogelijk te laten verlopen.

 

Ad 3. Fiscaliteit |  bijzonder uitstel van betaling in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting

Om ervoor te zorgen dat ondernemers liquiditeitsproblemen het hoofd kunnen bieden, is er de mogelijkheid tot het verzoek om bijzonder uitstel van betaling in de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting. De Belastingdienst zal uitstel van betaling verlenen als de ondernemer schriftelijk motiveert dat hij door de coronacrisis in de problemen is gekomen. Zodra het verzoek om uitstel bij de Belastingdienst binnen is, zet de Belastingdienst de invordering stil. Individuele beoordeling van het verzoek vindt later plaats. De gebruikelijke vereisten voor het verlenen van uitstel blijven gelden. Om ondernemers tegemoet te komen zal de Belastingdienst de komende tijd een verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen achterwege laten of terugdraaien. De behandeling van verzoeken om uitstel moet handmatig plaatsvinden, zodat behandeltijden kunnen oplopen indien veel verzoeken binnenkomen.

Daarnaast betalen ondernemers nu belasting op basis van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Ondernemers die een lagere winst verwachten door de coronacrisis kunnen een verzoek indienen voor een verlaging van de voorlopige aanslag, zodat ze meteen minder belasting gaan betalen. Deze verzoeken zullen door de Belastingdienst worden ingewilligd.

Chief Economist

Directie Algemene Economische Politiek

Eric Wiebes
Minister van Economische Zaken en Klimaat

Wopke Hoekstra Minister van Financiën

Wouter Koolmees
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid