Horecabedrijf met winst verkopen?

Anticiperen!
Iedere horecaondernemer wil zijn horecazaak mettertijd met winst verkopen. Het is immers zijn oudedagsvoorziening. Maar dat appeltje voor de dorst wilt u liever niet door de fiscus laten schillen, toch? Hoe anticipeert u daarop?

Als u uw horecabedrijf verkoopt, moet u met de fiscus afrekenen over de stakingswinst. Daarbij gaat het om opgebouwde reserves, eventuele goodwill en boekwinsten. Kunt u daar iets aan doen?

U kunt vooraf nog kiezen….

Geruisloze inbreng. U kunt onder bepaalde voorwaarden uw IB-(horeca)onderneming geruisloos inbrengen in een BV. Een van de voorwaarden is dat u de BV niet binnen drie jaar mag verkopen. U hoeft dan niet af te rekenen over de stakingswinst, maar pas later.

 Interessant als er onvoldoende middelen zijn om fiscaal af te rekenen.

Rekening houden met:

1. Een nadeel is dat uw BV verder moet met de boekwaarden van uw doorgeschoven horecaonderneming. De BV kan dus ook minder afschrijven en de BV kan geen investeringsaftrek claimen over de ingebrachte bedrijfsmiddelen

2.Een door u opgebouwde oudedagsreserve kunt u niet geruisloos inbrengen in een BV, deze valt vrij als u uw zaak inbrengt in een BV.

Ruisende inbreng. Bij een ruisende inbreng in de BV moet u afrekenen over de stakingswinst. Daarnaast dient u ook rekening te houden met de eventuele desinvesteringsbijtelling. Tip. Als u uw horecazaak ruisend inbrengt in een BV, heeft u recht op stakingsaftrek en aftrek premie stakingswinstlijfrente.

Wat houdt dat in?

Stakingsaftrek

De stakingsaftrek mag u aftrekken van de stakingswinst. Deze is gelijk aan de stakingswinst, maar is maximaal € 3.630,-. Tip. De stakingsaftrek geldt per ondernemer. U kunt hier maar één keer in uw leven gebruik van maken. Heeft u in het verleden gebruikgemaakt van de stakingsaftrek, dan wordt deze beperkt door de reeds genoten stakingsaftrek. Naast de stakingsaftrek mag u 14% MKB-vrijstelling van uw winst aftrekken.

Lijfrente? Overweeg de aankoop van een lijfrente. Dit levert een aftrekpost op in box 1 ter grootte van de aankoop van de lijfrente, zodat u per saldo niet afrekent met de fiscus. Uiteraard gebeurt dat op termijn wel als de lijfrentetermijnen tot uitkering komen. Maar tegen die tijd zit u wellicht in het lagere belastingtarief voor AOW-gerechtigden.

Holding?

Aandelen BV in holding? Dan kan bij verkoop van de aandelen aan een derde aanspraak worden gemaakt op de deelnemingsvrijstelling. Tip. Zo wordt de verkoopwinst op de aandelen niet belast.

Stel, u brengt uw zaak voor € 75.000,- ruisend in in een werk-BV. De aandelen worden gehouden door een holding-BV. Als inbrengende ondernemer bent u dan ook de directeur-grootaandeelhouder (DGA) in de holding-BV. De aandelen worden verkocht voor € 125.000,-. Deze € 125.000,- is onbelast bij de holding-BV door toepassing van de deelnemingsvrijstelling.

Let op. Over de € 50.000,- verkoopwinst van de aandelen bent u wel 25% aanmerkelijkbelangclaim verschuldigd.

Tip. U heeft door de inbreng van € 75.000,- een vorderingsrecht op de BV. Hierover betaalt u geen belasting. Het bedrag kan dus netto aan u worden overgemaakt.

Let op. Op de vordering dient wel een zakelijke rente berekend te worden die belast is in box 1.

Tip. Voorkom dit door de vordering om te zetten in een (agio)storting bovenop de nominale waarde van een aandeel. Deze kunt u onbelast opnemen.