Coronakorting op huurprijs bedrijfsruimte. Hoge Raad doet uitspraak

huurkorting corona

Coronakorting op huurprijs bedrijfsruimte. Hoge Raad doet uitspraak

 

De coronacrisis duurt nog altijd voort. Veel ondernemers zijn als gevolg van overheidsmaatregelen gesloten of beperkt open.
Ondernemers die hun bedrijfsruimte huren en gedwongen (deels) gesloten zijn, hebben op grond van rechtspraak veelal recht op huurkorting.

De hoogte van die huurkorting kon afhankelijk zijn van de rechter die erover oordeelde. Zo kwam het voor dat de rechter in Amsterdam een hogere huurkorting toepaste dan de rechter in Rotterdam. Om meer eenheid in de rechterlijke uitspraken te krijgen is een huurkortingskwestie voorgelegd aan de Hoge Raad.

Wat zegt de Hoge Raad over coronakorting?

Op de valreep van 2021 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over coronakorting in huursituaties. Hierdoor ontstaat meer duidelijkheid over het recht op coronakorting en de berekeningswijze daarvan.

De uitspraak heeft betrekking op de zgn. 290-bedrijfsruimtes, dat zijn onder meer horecapanden en winkels.

De Hoge Raad stelt dat de door de overheid opgelegde sluitingen niet zijn aan te merken als een ‘gebrek aan het gehuurde. Op die grond is dan ook geen huurkorting te baseren.

Voor huurovereenkomsten die voor 15 maart 2020 zijn gesloten geldt wel dat de coronacrisis en de overheidsmaatregelen te beschouwen zijn als ‘onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258 BW. Dit geeft in beginsel recht op huurvermindering.

Hoe wordt de corona huurkorting berekend?

De ’vastelastenmethode’.

Voor de berekening van de huurkorting hanteert de Hoge Raad de eerder door het Gerechtshof Amsterdam gehanteerde ‘vastelastenmethode’.

Die berekeningsmethode leidt tot de volgende formule voor het bepalen van de huurkorting:

(overeengekomen huurprijs – gedeelte van de TVL dat aan de huur wordt toegerekend) x percentage omzetvermindering x 50%

Het berekenen van de huurkorting gaat volgens de volgende stappen ( bron: Khn.nl) :
1. De overeengekomen huurprijs wordt uitgedrukt in een percentage van het totaalbedrag aan vaste lasten.
2. Het met dat percentage overeenstemmende deel van de TVL waarop de huurder aanspraak kan maken, wordt afgetrokken van het bedrag van de overeengekomen huurprijs.
3. De procentuele omzetvermindering wordt vastgesteld door de omzet in de periode waarover de huurprijsvermindering berekend wordt (hierna: de lagere omzet) te vergelijken met de omzet in een vergelijkbaar tijdvak
voorafgaand aan de coronapandemie (hierna: de referentieomzet) volgens de formule: 100% – (100% x (de lagere omzet : de referentieomzet)).
4. Het met de verstoring van de waardeverhouding samenhangende nadeel wordt gelijk verdeeld over de verhuurder en de huurder (ieder 50% van het nadeel), tenzij uit de in art. 6:258 lid 1 BW bedoelde redelijkheid en billijkheid een andere verdeling volgt.

Het bedrag van de huurkorting kan vervolgens worden berekend volgens de formule: (overeengekomen huurprijs – gedeelte van de TVL dat aan de huur wordt toegerekend) x percentage omzetvermindering x 50%.

 

Bron: Hogeraad.nl

lees ook de blog over drank- en horeca vergunning!

Hoe zit dat ook alweer met de drank- en horecavergunning!